Warme mierenflat
De NatuurkalenderBericht uitgegeven door De Natuurkalender op [publicatiedatum]
Wie de laatste dagen uit het raam kijkt, ziet waarschijnlijk vooral sneeuw. Dit geldt ook voor rode bosmieren die hun kopjes buiten het nest steken. Rode bosmieren bouwen op en in de bosbodem soms flinke nesten waarin de temperatuur op peil blijft. Dat doen ze door handige bouwkundige oplossingen. Sommige van deze nesten worden tot wel een meter hoog, met soms nog grotere exemplaren. Een opmerkelijke prestatie voor een dier van enkele millimeters groot, maar ze zijn dan ook met velen.
Momenteel zijn de mierenhopen, ook wel koepels genoemd, wellicht lastig te vinden door de sneeuwlaag die grote delen van het land bedekt. Onder die sneeuwlaag speelt zich meer af dan u op het eerste gezicht denkt. Rode bosmieren bouwen hun nest normaalgesproken op de bosbodem rondom een vermolmde boomstronk. Het nest wordt opgebouwd uit naaldboomnaalden en stukjes hout. Binnenin het nest leggen mierenkoninginnen de eitjes. Het nest wordt onderhouden door werksters. In het voorjaar vliegen koninginnen en mannetjes, die in tegenstelling tot de werksters vleugels hebben, uit om te paren.
Een gezellige boel dus zo’n mierenhoop. Nesten worden soms meer dan een meter hoog en kunnen dan ook duizenden werksters en meerdere koninginnen huisvesten. Rondom de grote nesten zijn de drukke `mierenstraten` te zien, waar de werksters af en aan slepen met bouwmaterialen, gevangen insecten en honingdauw, die ze van bladluizen verzamelden. Met de sneeuw en vorst van de laatste dagen zullen de mierenstraten leeg zijn. Toch houden de mieren het in hun nest prima uit, want de temperatuur is constant hoog.
Mieren houden hun nest op een ingenieuze manier warm door de vorm van hun nest aan te passen aan de locatie. Op deze manier verzamelen ze zo efficiënt mogelijk zonnewarmte, of voorkomen ze juist dat het nest door de zon oververhit raakt. Op open zonovergoten plekken zijn de mierenhopen plat en laag; in dichter begroeide schaduwrijke bossen zijn ze hoger, om de weinige zonnestralen die door de boomkronen dringen zoveel mogelijk op te vangen. Daarnaast zit in het nest tussen de naalden veel lucht, wat voor een uitstekende isolatie zorgt. Slimme bouwkundige oplossingen dus om met de vorm en materiaal van je huis de temperatuur naar behoefte te regelen! Nog slimmer is het dat de werksters tijdens koude zonnige dagen met hun donkere bruinrode lijfjes buiten op de hoop gaan zitten, om na een verwarmend zonnebad de warmte mee naar binnen te nemen. Zo blijven de kraamkamers in het nest netjes op een acceptabele temperatuur.
Bij verstoring zullen de werksters hun nest fel verdedigen. Daarbij proberen rode bosmieren met hun kaken te bijten en spuiten daarbij uit hun achterlijf mierenzuur. Als u op een zonnige dag met de hand vlak over een mierennest strijkt, kunt u de mieren zelfs fijne straaltjes sterk geurend mierenzuur zien schieten. Doe dat dan wel met de broek in de sokken, want intussen zullen colonnes werksters al via uw schoenen op weg naar boven zijn.
Al met al kunnen we misschien nog wat leren van de bosmieren wat betreft het regelen van de binnentemperatuur. Daarnaast moeten we ook zuinig zijn op deze bosbewoners: een groot deel van hun voedsel bestaat uit ongewervelde dieren, zoals vele insecten, en hun larven en rupsen. Zo kunnen de mieren ook hun steentje bijdragen aan het in toom houden van schadelijke dieren. Dus al lijkt het buiten nog zo koud en guur, de dierenwereld redt zich over het algemeen wel.
Tekst: Fedor Gassner, De Natuurkalender, met dank aan Jinze Noordijk, EIS-Nederland
Foto's: Jinze Noordijk, EIS-Nederland; Piet Spaans, GNU licentie