Hoogwatersloten trekken veel weidevogels aan
Vogelbescherming NederlandBericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland op [publicatiedatum]
Een laag waterpeil en het effect daarvan is een van de belangrijkste oorzaken van de achteruitgang van weidevogels. Een verhoging van het polderpeil op boerenland is echter zelden mogelijk. Weidevogelboeren experimenteren daarom nu met hoogwatersloten op hun bedrijf, als onderdeel van agrarisch mozaïekbeheer. Deze hoogwatersloten trekken aanzienlijk meer weidevogels, broedvogels én doortrekkers, dan sloten met normaal peil. Vooral kieviten profiteren ervan. Om het reproductiesucces van grutto en tureluur te verhogen is echter een combinatie met kruidenrijk grasland nodig.
Het besef dat een hoog waterpeil een belangrijke maatregel is in het weidevogelbeheer, dringt de laatste jaren in steeds bredere kring door. De laatste jaren neemt de oppervlakte plasdras als onderdeel van agrarisch mozaïekbeheer op het boerenland toe. Een complete verhoging van het polderpeil ligt op het boerenland moeilijker. Een belangrijk deel van de percelen met agrarisch weidevogelbeheer heeft immers een productiefunctie en deze is niet gediend met een hoog grondwaterpeil. Toch willen boeren in toenemende mate meewerken aan een hoog waterpeil. Zij zoeken het in tijdelijke maatregelen, zoals het volzetten van greppels of het opzetten van het waterpeil in afzonderlijke sloten. In zo’n geval blijft het effect beperkt tot een kleine oppervlakte van enkele meters langs de greppel of sloot. Deze oppervlakte beperkt de productiefunctie nauwelijks en levert door de relatief grote grenslengte tussen water en perceel wel substantieel meer nat leefgebied voor weidevogels op.
Drie jaar onderzoek
Vogelbescherming Nederland is geïnteresseerd in tijdelijke slootpeilverhoging en wil meer informatie over de effecten van de maatregel op weidevogels. Daarom heeft Vogelbescherming aan Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek gevraagd het effect te onderzoeken. Het onderzoek is uitgevoerd bij vijf Weidevogelboerderijen van Vogelbescherming Nederland die experimenteren met het tijdelijk opzetten van het slootpeil. Het onderzoekt liep over drie jaar, van 2011 tot en met 2013.
Vijfmaal meer kievitgezinnen
Hoogwatersloten blijken bijzonder gunstig te zijn voor weidevogels. Zo komen er ongeveer driemaal meer steltlopers en watervogels voor dan langs laagwatersloten. Hieronder vinden we niet alleen zeldzamere weidevogels, zoals zomertaling. Hoogwatersloten trekken maar liefst vijfmaal meer kievitgezinnen (volwassen vogels met kuikens) dan laagwatersloten. Bij gezinnen van grutto en tureluur is echter geen effect van de hoogwatersloot waarneembaar. De jongen van deze soorten hebben vooral laat gemaaid en beweid, kruidenrijk grasland nodig. Volwassen vogels foerageren wel in grotere aantallen langs hoogwatersloten.
Minder predatoren
Het aantal predatoren langs hoogwatersloten is de helft van dat langs laagwatersloten. Dit is intrigerend, want je zou verwachten dat het grotere aantal weidevogeljongen roofdieren zou aantrekken. Mogelijk is het een gunstig effect van de grotere concentratie territoriumhoudende broedvogels, die samen in staat zijn om predatoren verjagen.
Voor meer informatie: Gerrit Gerritsen
Vogelbescherming zet zich in voor het behoud van weidevogels in Nederland. Teken ook de petitie op www.redderijkeweide.nl
Tekst Ruud van Beusekom, Vogelbescherming Nederland
Foto: M. Kuiper, Altenburg & Wymenga