Klapekster op Sint-Jansberg
Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]
Onze wintergast, de klapekster, is er weer. Jaarlijks is deze vogel te bewonderen in de graslanden rondom de Sint-Jansberg te weten in het Zevendal, De Diepen en soms op de Mookerheide.
In de ochtend van 17 oktober 2011 zag boswachter Bart van der Aa van Natuurmonumenten de eerste klapekster van het jaar in zijn natuurgebied. Hij zat in de top van een meidoorn naast zijn kantoor op de Sint-Jansberg. “Een perfecte uitkijk, waar wij hem deze winter vast vaker zullen zien als hij zijn jachtterrein inspecteert”, aldus Bart. Ieder jaar brengt de klapekster hier zijn winter door, om zo rond maart weer naar zijn broedgebieden in Scandinavië te trekken. Dat het best bijzonder is om deze vogel op bezoek te hebben, blijkt wel uit het aantal overwinterende klapeksters in Nederland. Dat ligt slechts tussen de 250 en 400 vogels.
Wolf in schaapskleren
Het is een echte wolf in schaapskleren. Want hoewel hij er op het eerste gezicht niet uitziet als een roofvogel, gedraagt hij zich als een ware killer. Zo heeft hij de gewoonte om zijn gevangen prooien (soms nauwelijks dood) als voedselvoorraad op te prikken aan doornen of prikkeldraad. Dankzij de scherpe nagels en haaksnavel weet hij wel raad met kleine vogels, muizen, grote insecten en hagedissen.
Kroon op het werk
Meestal laat hij zich in de winter zien om en bij de graslanden van de Sint-Jansberg en soms op de Mookerheide. Het is toch een soort kroon op het werk van Natuurmonumenten. Want al ruim vijftien jaar werkt zij aan het creëren van een aantrekkelijk leefgebied voor ondermeer de klapekster. Langs de kruidenrijke graslanden zijn houtwallen aangeplant met hoge eiken en meidoornen. Het biedt de klapekster genoeg uitkijkposten en voldoende doornen om zijn prooien op te spiesen.
Meer waarnemingen
Een andere leuke waarneming is die van een bunzing. Vanuit datzelfde kantoor zagen de boswachters vorige week 14 oktober een bunzing lopen die zich via de hagen in het Zevendal verplaatste. Deze hagen hebben als doel om deze kleine zoogdieren bescherming te bieden om grote open percelen (grasland en akkers) over te steken en dienen als een soort groene weg voor hen. Diverse malen hebben we de wezel al wel gezien maar een bunzing is voor ons een bijzondere waarneming.
Bron: Natuurmonumenten
Foto: Marek Szczepanek, GNU-licentie