
Zes weetjes over de roodborst
Vogelbescherming Nederland1. Roodborsten vallen alles aan wat rood is
Roodborsten vallen alles aan wat rood is. Het helpt ze overleven. Roodborsten hebben namelijk hun territorium hard nodig om genoeg insecten te vinden om niet te verhongeren. Daarom zullen ze andere roodborsten die in hun leefgebiedje komen bevechten en verjagen. Het is dan vooral de rode borst die de herkenning en agressie opwekt. En die aversie tegen rood zit zo diep in de aard van de roodborst, dat hij ook liever geen rode speelgoedauto of bal in zijn tuin heeft.
2. Jonge roodborsten zijn bruin
Die afschuw van rood is ook meteen de reden dat de jonge roodborsten bruin zijn. Op die manier worden ze tenminste niet aangevallen door hun ouders. Die ouders hebben het in het broedseizoen al moeilijk genoeg met zichzelf. Zowel man als vrouw roodborst heeft de rest van het jaar een eigen territorium, dus ze vinden het heel moeilijk om zo dicht in de buurt van een andere roodborst te zijn zonder aan te vallen. De eerste keer dat een vrouwtje zich vertoont in het gebied van een mannetje, valt hij haar dan ook vaak wél aan. Zij probeert zich dan in te houden en hoopt dat hij zijn vergissing inziet. Zijn territorium wordt dan tijdelijk in tweeën gedeeld, want samen voedsel zoeken is echt uitgesloten.
3. Zingen bij nacht en ontij, in weer en wind
Roodborsten zingen altijd: mannetjes én vrouwtjes, in het broedseizoen én in de herfst of winter, overdag én midden in de nacht (voor ons gevoel dan, vaak loopt het heus al tegen de ochtend). Ook dat heeft weer te maken met dat territorium voor insecten waar ze echt niet zonder kunnen. Ze zingen om het te claimen en te verdedigen.
4. Roodborstje tikt tegen het raam
Je kent het oude kinderliedje vast nog wel: "Roodborstje tikt tegen het raam tik, tik, tik. Laat mij erin, laat mij erin." Dat raamtikken doen ze dus ook echt. Niet omdat ze erin willen, brood willen of de ziel zijn van een overleden geliefde (wat ook nog verrassend vaak wordt gedacht). De echte verklaring is minder romantisch: ze zien hun spiegelbeeld in het raam en worden boos van dat rood van hun eigen reflectie. Ze snappen niet dat ze het zelf zijn – ze zouden vast gruwelen bij de gedachte dat ze zelf ook rood zijn. Je kunt een paar dingen doen om ze te beschermen tegen eindeloos raamvechten.
5. Barre reis of honger
Niet iedere roodborst blijft in de winter in Nederland om een territorium te verdedigen. Ze kiezen: of een barre reis naar het warme zuiden waar ’s winters veel meer insecten zijn. Of in Nederland blijven, kou en honger lijden, maar wél als eerste ter plaatse zijn om het beste territorium te pakken en zo de meeste jongen groot krijgen. Tenminste, als je de winter overleeft. Voor roodborsten zijn milde winters dus een zegen.
6. Steeds een ander klein vriendje
Trouwens, als je zomer en winter een roodborst in de tuin hebt, wil dat niet automatisch zeggen dat het dezelfde is. Als ‘die van jou’ besluit weg te trekken, wordt de woonruimte al snel weer benut door een roodborst uit Scandinavië, die ook zuidelijk is getrokken. Het geeft niet dat het een andere is en het geeft ook niet dat 'ie wat neurotisch bezig is met rood: het is en blijft een kleine vriend die de dag opvrolijkt.
Tekst: Vogelbescherming Nederland
Foto's: Sven Gravendeel; Wilma Hoeve; Koos Dansen