
Diverse, verbonden kraamkamers cruciaal voor vissen in de Rijntakken
Wageningen University & ResearchDoor menselijke ingrepen is het rivierenlandschap drastisch veranderd, waardoor vitale kraamkamers voor vissen verloren zijn gegaan. Hoewel herstelmaatregelen zijn getroffen, blijkt het succes wisselend.
Uiterwaarden als kraamkamers voor riviervissen
Nieuw onderzoek van Wageningen University & Research, in opdracht van Rijkswaterstaat en gepubliceerd in Limnology and Oceanography, toont aan dat uiterwaarden noodzakelijk zijn als kraamkamers voor riviervissen, waarbij variatie in leefomgevingen en de verbinding met de hoofdrivier onmisbaar zijn. "Jonge vissen hebben tijdens hun groei verschillende habitats nodig, en deze moeten bereikbaar zijn", zegt hoofdonderzoeker Twan Stoffers.
Tijdens het onderzoek in de Rijntakken identificeerden de onderzoekers vijf belangrijke typen kraamkamerhabitat voor jonge riviervis. Larven verkiezen bijvoorbeeld ondiepe, langzaam stromende gebieden, terwijl oudere vissen dieper, snelstromend water met grint en keien zoeken. Meer dan zestig procent van de bestudeerde vissoorten bewoog zich tijdens hun ontwikkeling tussen alle vijf de habitats. "Blankvoorn en snoekbaars beginnen hun leven in plantenrijke wateren en migreren later naar diepere plekken met veel schuilmogelijkheden. Bedreigde soorten, zoals de sneep en de barbeel, zijn sterk afhankelijk van specifieke kraamkamers: ondiep, stromend water met grof substraat", vertelt Twan.
Het belang van verbinding
Het onderzoek benadrukt hoe belangrijk de verbinding is tussen uiterwaarden en de rivier, én tussen de verschillende habitats. Uiterwaarden die het hele jaar door verbonden blijven met de hoofdrivier vertonen volgens universitair docent Leo Nagelkerke een hogere biodiversiteit en visrijkdom. "Veel herstelde uiterwaarden verliezen echter deze verbinding tijdens lage waterstanden in het groeiseizoen, wat een knelpunt vormt voor jonge vissen."
Jonge vissen hebben volgens Leo toegang tot de hoofdrivier nodig zodra ze sterk genoeg zijn om te migreren. "Het verlies van deze verbinding kan de effecten van herstelmaatregelen grotendeels tenietdoen."
Aanpassen aan klimaatverandering
Het onderzoek benadrukt ook de noodzaak om herstelstrategieën aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering. Stijgende temperaturen en vaker voorkomende extreme schommelingen in het waterpeil bedreigen de rol van uiterwaarden als habitat voor vissen. Soorten als snoekbaars en brasem worden tijdens droge periodes steeds afhankelijker van diepere, beschutte gebieden. Het opnemen van deze habitats in herstelmaatregelen is volgens de onderzoekers essentieel om een diverse vispopulatie te behouden, nu en in de toekomst.
Meer informatie
- Het onderzoek 'Ontogenetic shifts by juvenile fishes highlight the need for habitat heterogeneity and connectivity in river restoration', gepubliceerd in Limnology and Oceanography.
- Dit onderzoek is uitgevoerd door Wageningen University & Research en Rijkswaterstaat Oost-Nederland. Het onderzoek werd ondersteund door het EU Interreg Green Blue Rijn Alliantie-project.
Tekst: Twan Stoffers, Leibniz Instituut voor Zoetwaterecologie en Binnenvisserij (IGB); Leo Nagelkerke & Cecile Leuverink, Wageningen University & Research
Foto's: Twan Stoffers (leadfoto: visserij met een broedzegen in de nevengeul van Hurwenen); Wageningen University & Research