De Kleine sterslak (Atalodoris pusilla) op wrak 38324 (T1 wrak) in de Nederlandse Noordzee

A star was born: Kleine sterslak ontdekt

Stichting ANEMOON
5-JAN-2025 - Vertraagd – het blijven slakken – werd onlangs de vondst gepubliceerd van de Kleine sterslak, een nieuwe zeenaaktslak voor ons deel van de Noordzee. Duik mee onder water in dit sfeerverslag.

Alweer een flinke tijd terug, op dinsdag 9 juli 2019, werd een duik uitgevoerd op wrak #38324 op het Nederlandse deel van de Doggersbank. Een van de duikers was Floor Spierenburg-Driessen. Tijdens deze duik, destijds alweer haar 1003e, ontdekte ze een nieuwe zeenaaktslak voor ons Noordzeegebied. Zo'n ontdekking direct volgend op een duikjubileum is een cadeautje. Omdat we ons realiseren dat lang niet alle Nature Today-lezers zelf te water gaan, laten we u in het volgende interview met haar mee onderduiken.

Schoonmaken en waarnemen

We kennen Floor al heel lang van haar werk als ANEMOON-waarnemer en medewerker. Als marien bioloog werkt ze bij Waardenburg Ecology. Ze is bovendien actief op andere fronten en gaat ook mee met schoonmaak-expedities van Stichting Duik de Noordzee Schoon: een gepassioneerd duikteam van vrijwilligers, bestaande uit marien biologen, fotografen, filmers en supportduikers, ontdoet scheepswrakken op de zeebodem van afval. Met name 'doorvissende' (moordende) stukken visnet vormen een bedreiging voor het onderwaterleven. Nylonnetten gaan op termijn bovendien bijdragen aan de ‘plastic soep’. Tijdens deze dertiende succesvolle expeditie is meer dan 500 kilo materiaal geborgen en werden honderden krabben en kreeften bevrijd uit achtergelaten vistuig. Tijdens de expedities wordt ook gekeken naar het onderwaterleven. Onder andere Floor hield zich daar dit keer weer intensief mee bezig. Uit haar logboek over die dag: Positie wrak: N. 55º 18' 21.0" - O. 03º 44' 46.0". Diepte 30,4 meter, watertemperatuur 13 graden. Ze dook met haar buddy Martijn. Tot de andere duikers ter plaatse behoorde ook Oscar Bos – hij maakte de foto's van de nieuwe soort.

Op de Doggersbank

De expeditie vond voor een belangrijk deel plaats op de Doggersbank, zo'n 400 kilometer ten noorden van het vasteland van Nederland. Wrakken op deze ondiepte, die verder uit zand bestaat, hebben vaak een hoge biodiversiteit. Floor vertelt beeldend hoe alles onder water heel anders is dan op het duikschip. "Op zo'n drijvend eiland kunnen golfhoogten tot soms wel 2,5 meter veel van je evenwichtsorganen vragen. Plat liggen in mijn kooi is voor mij dan de enige optie". Op de Doggersbank was de zee inmiddels rustiger. Het was haar tweede keer ter plaatse. Floor: "Boven water is het lekker zonnig, kraakhelder en blauw. Onder de 25 meter waterdiepte ligt een geheimzinnige overgang naar een koude, meer groene wereld". Op de vraag wat ze tijdens de tien dagen van deze expeditie allemaal zag, komt een enthousiast antwoord: "In zeven duiken vond ik 28 verschillende soorten kleurrijke zeenaaktslakken. Daaronder waren de Zeespriet-kroonslak, de Kristalwitte eierroofslak en de Spiegelei-zeenaaktslak (door duikers liefdevol 'Spiegeleitje' genoemd). Op de nieuwe soort na, was de ‘vetste’ vondst een kanjer van een naaktslak die door collega's tot ‘Koning Triton’ werd gedoopt". Floor ontdekte deze Grote tritonia (Tritonia hombergi) op een diepte van 40,9 meter.

De Grote tritonia (Tritonia hombergi) kan tot 20 centimeter worden. Links: kop met rhinoforen (gefotografeerd in Noorwegen). Rechts: 'Koning Triton', het exemplaar van de Doggersbank

Wegdromen op een vierkante meter

We hebben het vervolgens over het wrak en de ontdekking. Meteen bij aankomst op het wrak was duidelijk dat ze maar weinig zou zwemmen. Terwijl alle andere buddyparen een rondje over de rest van het wrak zwommen, bleef zij, zoals altijd, al meteen plakken bij een verticaal vlak van het wrak dat prachtig begroeid was met mosdiertjes, sponzen, hydropoliepen en kolonievormende zakpijpen. Floor: "Ik kan helemaal de tijd vergeten op zo’n vierkante meter! Ik speur het dan van links naar rechts af en geniet van de kleine kreeftachtigen die je ziet rondkrioelen en de wormen die hun pad door het oerwoud zoeken". En nu wordt ze zo mogelijk nóg enthousiaster: "En dan, ineens, zie ik een koppeltje Rosse sterslakken. Of zijn het Egelslakken? O nee, zeker ook niet. Deze ken ik niet (Hoera!)".

Gebarentaal onder water

Van nieuwe ontdekkingen zijn in elk geval foto's nodig, liefst met verzameld bewijsmateriaal. Floor vertelt: "Ik zette mijn vinger naast de slakken tegen het wrak en keek daarna pas op. Martijn was iets anders aan het fotograferen – die roep ik zo wel, die slakken gaan niet weg. Maar daar zie ik Oscar, ook met een camera". Oscar komt op de wild-enthousiaste duikgebaren af. "Jij – foto maken – dit”. Oscar keek haar aan, keek vervolgens naar het wrak en daarna weer naar Floor. "Dit! Slak! Nieuw!", hoorde Floor zichzelf nu ook hard door haar automaat roepen. Ze laat zien hoe ze met haar hand op haar hoofd het rhinoforen-gebaar (reuksprieten op de kop van een slak) maakte, gevolgd door een joepie-gebaar. Oscar maakte het oké-gebaar. Geen duimpje omhoog als op internet – bij duikers betekent dat 'opstijgen!' – maar een rondje maken van duim en wijsvinger.

Dilemma en potje

De tijd onder water gaat hard. De bodemtijd was al bijna op. Buddy Martijn was al fotograferend steeds verder naar links gezwommen en Floor kwam in een dilemma: "Ik voelde me in tweeën gesplitst. Slak of Martijn". Ze koos voor Martijn en vroeg Oscar om na het maken van de foto's (ze maakt het gebaar: foto maken) bewijsmateriaal in een potje te stoppen (gebaar: potje opendraaien). Wanneer ze even later met Martijn terug zwemt, blijkt Oscar verdwenen. Ze speuren nog kort de verticale wrakwand af, maar zien de slakken zo gauw niet meer. Voor Floor en Martijn is de nultijd inmiddels al overschreden, dus gaan ze naar boven. Daar blijkt dat Oscar 'het potje' niet begrepen had. Beter voor de slakjes, jammer vanwege de nieuwe ontdekking. Maar: "Gelukkig hebben we de foto's nog!".

Floor onder water

Sterretjes zien en een naam

Drie dagen na de duik bouwde Floor aan boord, gezeten achter een laptop met historisch traag internet, haar eigen spanning weer op: "De foto's bleken prima. Zoals ik al dacht en ook werd bevestigd door de Britse naaktslak-deskundige Bernard Picton, was het inderdaad een nog niet eerder in dit deel van de Noordzee gevonden zeenaaktslak!". Het bleek te gaan om Atalodoris pusilla (vroeger ingedeeld in het genus Onchidoris en Knoutsodonta). Deze slak staat bekend als 'rarely discovered and difficult to find'. Onbetwist een nieuwe soort voor Nederland. Van duikers die dagenlang bijeen op een schip zitten kun je verwachten dat ze over een Nederlandse naam voor een bruine slak met een ster op zijn rug urenlang grappen maken. Uiteindelijk koos Floor ervoor de wetenschappelijke soortnaam die Alder & Hancock in 1845 aan deze soort gaven, te vertalen naar het Nederlands (pusilla=klein). A star was born.

Zeer oude groepsnaam

De groepsnaam van sterslakken wijst op de kieuwen die in een stervormige krans op de rug staan. Het is een erg oude naam. Al in 1773 noemde Leendert Bomme een van de soorten uit deze groep "eegeltje met eene ster op de stuit". Inmiddels staat ook de Kleine sterslak op de Nederlandse faunalijst. De soort kon – op de valreep – ook worden toegevoegd aan de Veldgids Schelpen, al duurde het tot het najaar van 2024 voor een publicatie over de vondst in Spirula (vakblad van de Nederlandse Malacologische Vereniging) het licht zag.

Beschrijving

De Kleine sterslak wordt hoogstens 9 millimeter. Het is een ovaalronde, vrij platte slak met achterop de rug een typerende kieuwkrans van negen tot tien relatief korte, vooral enkelvoudig geveerde kieuwen. De kop met mond ligt onder het mantelschild. De reuksprieten (rhinoforen) zijn intrekbaar, vrij lang, dun en schuin gelamelleerd. Op de mantel staan kleine conische, wratachtige tuberkels met daartussen kleine kalknaaldjes. De kleur is grijswit met op de mantel een groot aantal donkerbruine tot bruinzwarte vlekjes, waardoor de slak bruin lijkt. De rhinoforen en kieuwveren zijn transparant grijswit. De eieren vormen een smalle, lage, gespiraliseerde witte band van meerdere windingen. Deze slak eet meerdere soorten korstvormende mosdiertjes die op hard substraat groeien. De soort is (schaars) bekend van Noorwegen tot de Spaanse Atlantische kust.

Links: afbeeldingen bij Doris pusilla, beschreven door Alder & Hancock (nu Atalodoris pusilla). Van links naar rechts: de dicht opeenstaande tuberkels; eieren in spiraalvormig lint; dier van bovenaf gezien; reukspriet (rhinofoor). Rechts: foto van de ontdekte Kleine sterslak. Let op de stervormige kieuwen op de rug

Rijke schatkamer

Floor probeert zich wel eens voor te stellen hoeveel niet eerder waargenomen diersoorten er nog op wrakken van de Doggersbank en elders in ons deel van de Noordzee leven: "Ik heb nog geen half uur op een paar vierkante meter van dit wrak doorgebracht en doe al een nieuwe ontdekking". Ze vervolgt: "En dit was nog een relatief grote, met het blote oog als nieuw te herkennen soort. Onze Noordzee is een rijke schatkamer. Laten we er zuinig op zijn!".

Meer informatie

Tekst: Rykel de Bruyne, Stichting ANEMOON 
Foto's: Oscar Bos, Stichting Duik de Noordzee Schoon (DDNZS) (leadfoto: de Kleine sterslak (Atalodoris pusilla) op wrak 38324 (T1 wrak) in de Nederlandse Noordzee); Marion Haarsma; Martijn Spierenburg; Joost van Uffelen, DDNZS
Afbeelding: Alder & Hancock