Overzicht Reuselse Moeren

De Reuselse Moeren, herstel van een vergeten (hoog)veengebied

Stichting Bargerveen
27-NOV-2024 - De Reuselse Moeren is een restant van een oorspronkelijk veel groter (hoog)veengebied. Veenwinning en ontwatering hebben geleid tot ernstige verdroging en sterke achteruitgang van kenmerkende soorten. Stichting Bargerveen heeft onderzocht hoe het gebied hydrologisch functioneert en welke herstelmaatregelen genomen kunnen worden om het systeem te herstellen en biodiversiteit te vergroten.

De Reuselse Moeren is een vrij onbekend, door Staatsbosbeheer beheerd 156 hectare groot natuurgebied. Vanwege zijn bijzondere natuurwaarden is het aangewezen als 'Natte Natuurparel' en daarmee onderdeel van het Natuurnetwerk Brabant (NNB). Het voormalige (hoog)veengebied ligt ten zuiden van het Brabantse dorp Reusel op de grens met België. Het is een overblijfsel van een vroeger, veel groter hoogveengebied.

Tot de jaren vijftig is het hoogveen grotendeels afgegraven voor de bereiding van turf. De Reuselse moeren zijn gelukkig nooit grootschalig en machinaal ontgonnen, er werd vooral door lokale mensen veen gewonnen in veenputten. Al in de jaren zeventig werd vastgesteld dat het gebied met ernstige verdroging te kampen had, waardoor in 1972 werd begonnen met het uitvoeren van hydrologische herstelmaatregelen. Zo werden enkele sloten afgedamd of geheel gedempt. Desondanks is het gebied nog altijd sterk verdroogd, maar vormt het een belangrijk leefgebied voor tal van zeldzame planten- en diersoorten, zoals lavendelhei, kleine veenbes, wrattig veenmos, gladde slang en de hoogveenglanslibel.

Wrattig veenmos op een van de hooilanden

Om het gebied als klimaatrobuust veengebied, duurzame groeiplaats en leefgebied van kenmerkende soorten en gemeenschappen te kunnen behouden en verbeteren, zijn herstelmaatregelen noodzakelijk. Daarom heeft Stichting Bargerveen, in samenwerking met Bosgroep Zuid Nederland en Staatsbosbeheer een landschapsecologische systeemanalyse uitgevoerd. Hierbij werd in kaart gebracht hoe het gebied functioneert en wat de belangrijkste sturende hydrologische processen zijn.

Een nieuwe kijk op het gebied

Uit de systeemanalyse bleek dat de Reuselse Moeren in feite geen klassiek hoogveen is, maar door de positie in het landschap meer het karakter moet hebben gehad van een zuur en basenarm doorstroomveen. Grondwater dat aan de oostkant van het veengebied uittrad, stroomde door de bovenste veenlagen en tussen geheel regenwaterafhankelijke hoogveenkernen in westelijke richting. Dit vraagt een andere herstelstrategie dan wanneer hier sprake zou zijn van zo’n alleen door regenwater gevoede hoogveenkern. Belangrijk is dus om het kwelgebied en doorstroomveen in balans te krijgen en de aanvoer van grondwater over het gehele jaar te garanderen. Juist dit vormt momenteel het grootste probleem.

In de jaren negentig zijn enkele voormalige landbouwgronden aan de oostkant van het veengebied aangekocht en omgevormd naar natuur. Daarvoor is de voedselrijke bovengrond afgegraven, soms tot wel zeventig centimeter diep. Het vrijgekomen zand werd gebruikt om omliggende landbouwgronden op te hogen om natschade te beperken. Hoewel deze herstelmaatregelen tot een spectaculaire vegetatieontwikkeling op de hooilanden hebben geleid, is er een groot hydrologisch probleem ontstaan. Het grondwater dat in de hooilanden uittreedt, wordt over maaiveld afgevoerd naar de Vaartloop, een brede watergang langs de noordkant van het veengebied. Vrijwel al het uittredende grondwater stroomt daardoor direct in de Vaartloop en komt niet meer in het veengebied terecht, wat daar voor een nog sterkere verdroging van het veen zorgt. Vooral de droge zomers van 2018, 2019 en 2020 hebben grote gevolgen gehad voor de flora en fauna. De gevolgen van deze en toekomstige droge zomers op de populatie hoogveenglanslibellen kunnen desastreus zijn.

Nieuwe herstelmaatregelen

Er zijn verschillende herstelmaatregelen voorgesteld, waaronder het dempen van ondiepe greppels en sloten in zowel de hooilanden als het veengebied, het verwijderen van duikers, het verlagen van oude veenkades om de doorstroming te bevorderen en het aanleggen van een dijkje langs de Vaartloop om waterverliezen naar deze hoofdwatergang te stoppen. Door het afgraven van de voormalige akkers is tussen de hooilanden (kwelgebied) en het veengebied een drempel ontstaan, hier ligt nu een lage dekzandrug die voorkomt dat grondwater het veengebied kan instromen. Om het kwelgebied weer te verbinden met het doorstroomveen, zullen doorgangen gemaakt moeten worden in deze dekzandrug.

Een van de gegraven doorgangen in de dekzandrug, waardoor grondwater vanaf de hooilanden en het ven weer gemakkelijk het veengebied kan instromen

 Voorbeeld van een locatie waar beheermaatregelen hebben geleid tot een vegetatie van veenmossen en veenpluis, zonder dat wilde gagel of berken zijn teruggekomen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inmiddels heeft Staatsbosbeheer, in nauwe samenwerking met de Bosgroep Zuid Nederland, de eerste set van hydrologische maatregelen uitgevoerd. Grondwater vanuit de hooilanden kan via enkele doorgangen in de dekzandrug het veengebied weer bereiken en de oppervlakkige afstroming richting de Vaartloop is gestopt door de aanleg van een dam. Hiermee is het laaghangende fruit wat betreft interne maatregelen grotendeels uitgevoerd. Om tot een hydrologisch robuust veengebied te komen, is het echter belangrijk dat in de volgende fase ook het oppervlaktewatersysteem wordt aangepakt rondom het natuurgebied. Hiervoor is een integrale samenwerking met de gemeente, de provincie en het waterschap van groot belang. Bovendien is het belangrijk om parallel aan de vernatting, de dichte gagelvegetaties opener te maken, zodat er voldoende licht beschikbaar is voor de ontwikkeling van veenmossen en andere hoogveensoorten. In enkele delen van het gebied zijn al kleinschalige beheerwerkzaamheden uitgevoerd die de vegetatieontwikkeling de gewenste richting in hebben gestuurd. Dit willen we verder uitbreiden door het verwijderen van wilde gagel, berk en pijpenstrootje.

Grondwater dat over maaiveld naar de Vaartloop stroomde (wat nu is verhinderd door de aanleg van een dam)De nieuw aangelegde dam parallel langs de Vaartloop. Deze dam moet verhinderen dat grondwater vanaf de hooilanden naar de Vaartloop kan stromen

Toekomstperspectief

Een optimaal herstelde Reuselse Moeren zal als veengebied een belangrijke rol gaan spelen als waterbuffer in het landschap. Er ontwikkelt zich een afwisselende bulten-slenkenstructuur in de hoogveenvegetatie, met kenmerkende soorten zoals lavendelhei, kleine veenbes, wrattig veenmos en beenbreek. Dit creëert een groter leefgebied voor onder andere de hoogveenglanslibel. Daarnaast ontstaan er interessante gradiënten van het natte veengebied naar de hogere zandruggen, die het leefgebied vormen voor de gladde slang, levendbarende hagedis en dienen als voortplantingsbiotoop voor het bont dikkopje en heideblauwtje.

Het onderzoek en de uitvoering van deze eerste set aan herstelmaatregelen is mogelijk gemaakt door financiering vanuit de Provincie Noord-Brabant.

Tekst: Remco Versluijs & Kevin Geurts, Stichting Bargerveen; Fer Meijer, Bosgroep-Zuid Nederland en Geoffrey de Rooij, Staatsbosbeheer
Foto’s: Remco Versluijs (leadfoto: overzicht van het gebied, met op de voorgrond een van de doorlaten vanuit de hooilanden naar het doorstroomveen)