Natuurjournaal 3 november 2024
Nature TodayHazen ruien twee keer per jaar, in het voorjaar en in de herfst. Hun wintervacht is een stuk dikker en donkerder dan hun zomervacht. Tijdens de rui is de haas kwetsbaar en bevindt hij zich vooral in zijn leger, een ondiep kuiltje dat dienstdoet als schuilplaats. Overdag zijn hazen nauwelijks actief en liggen ze voornamelijk platgedrukt tegen de grond. Meestal is het leger zo aangelegd dat de haas met zijn neus in de wind ligt. Alleen de kop en rug zijn dan zichtbaar. Hier slaapt de haas zijn hazenslaapjes. Ze duren zelden meer dan een paar minuten en zijn zo licht dat de haas door ieder geluid of elke trilling van de bodem wordt gewekt. De haas heeft een lange historie met de mens en komt veel voor in spreekwoorden, fabels en bijgeloof. Behalve het hazenslaapje kennen we bijvoorbeeld ook het hazenpad, de angsthaas en het hazenhart.
Wanneer we het hebben over hazenpootjes, kan het gaan over een plant (Trifolium arvense) of een paddenstoel (Coprinopsis lagopus). Deze laatste kan je nu buiten waarnemen. Hazenpootjes kunnen tussen de één en tien centimeter groot zijn. Het is een sierlijk, fragiel paddenstoeltje met een wit steeltje. Elke individuele paddenstoel verschijnt en verdwijnt binnen een dag. In het beginstadium zijn ze witvezelig en afgerond en zie je de gelijkenis met een zachtharige hazenpoot. Een paar uur later is de hoed in het midden vlak uitgespreid en aan de rand sterk naar boven en naar binnen gekruld. Nog een paar uur later zijn de sporen rijp en vervloeien de plaatjes tot zwarte 'inkt'. Het hazenpootje groeit alleen of in kleinere groepen en leeft van dood, niet al te sterk verteerd hout in bossen. Ook kan je hem treffen in stedelijke gebieden, waar hij groeit op plekken waar houtsnippers uitgestrooid zijn.
Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Luuk Vermeer, Saxifraga