Natuurjournaal 14 september 2024

Distelvlinders zijn genoemd naar de planten waar ze hun eitjes op leggen. Dat zijn echter niet alleen distels, maar ook gewone klit, grote brandnetel, kaasjeskruid en aster zijn planten waar de rupsen van kunnen eten. Op zonnige najaarsdagen zie je distelvlinders op de laatste bloeiende bloemen nectar drinken. Die hebben ze hard nodig, omdat ze een lange trektocht voor de boeg hebben. Ze kunnen namelijk niet tegen vorst en gaan daarom op weg naar zuidelijkere streken. Daarbij vliegen ze tot in Afrika, soms zelfs tot voorbij de Sahara. Onderzoek heeft uitgewezen dat ze zelfs de Atlantische Oceaan kunnen oversteken en naar Zuid-Amerika gaan. De laatste slokken nectar zijn dus van levensbelang.

Ook de eikelmuis is genoemd naar zijn voedsel en ook in dit geval is het heel wat breder dan de naam suggereert. Eikelmuizen zijn namelijk echte alleseters. Zaden, noten, insecten, vruchten, slakken en soms zelfs eieren of jonge vogels: het menu van de eikelmuis is heel gevarieerd. Soms worden ze fruitdiefje of tuinslaapmuis genoemd, en je herkent ze aan hun boevenmasker en sierlijke pluimstaart. Deze muis behoort tot de slaapmuizen en houdt een winterslaap. Van oktober tot april ligt hij opgerold in een bolletje te slapen. Hij legt geen wintervoorraad aan en is nu druk op zoek naar voedsel om zoveel mogelijk vetereserves op te slaan. Deze reserves heeft hij tijdens zijn slaap hard nodig, want hij wordt alleen maar af en toe wakker om te drinken en te ontlasten.

Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Kars Veling, De Vlinderstichting; Mark Zekhuis, Saxifraga