Er gaat niets boven…?
Provincie GroningenGroninger beschermde natuur
De provincie Groningen beschikt over bijna 20.000 hectare natuur. Daaronder vallen gebieden voor waterberging, weidevogels en ecologische verbindingszones. Ook wordt er gewerkt aan de inrichting van het Natuurnetwerk Nederland. In Groningen liggen drie Natura 2000-gebieden: het Zuidlaardermeer, het Lauwersmeer en het Lieftinghsbroek. Als aftrap een korte kennismaking met deze gebieden.
Lauwersmeer
Het Lauwersmeer ligt op de plaats van de voormalige monding van het riviertje de Lauwers, de grensrivier tussen Groningen en Friesland. In 1280 overstroomden grote delen van Noord-Nederland tijdens een stormvloed, waarbij de Lauwerszee is ontstaan. Dit voormalig estuarium, waarin de krekenstructuur nog goed herkenbaar is, is in de eeuwen daarna door opeenvolgende bedijkingen verkleind.
In 1969 is de toenmalige Lauwerszee door de aanleg van een dijk van de Waddenzee afgesneden. De getijdenwerking verdween hiermee uit het gebied en het milieu veranderde van zout naar zoet. Tegenwoordig bestaat het gebied uit open water, rietvelden, moerassen, bossen en graslanden die samen het leefgebied vormen voor een groot aantal beschermde vogelsoorten, zoals de roerdomp, de bruine kiekendief, de blauwborst en de kluut. Ook komen in het gebied zeldzame planten en dieren voor, zoals orchideeën en otters.
Zuidlaardermeer
Het Zuidlaardermeergebied omvat een natuurlijk, ondiep meer en een aangrenzend veenweidegebied dat aansluit op de Hondsrug. Het meer is 8.000 tot 5.000 jaar geleden ontstaan door de wisselwerking tussen veengroei in de omgeving en het optreden van eb en vloed in de Hunze. Waarschijnlijk zijn al voor het jaar 1000 de eerste bochtafsnijdingen van de Hunze en bedijkingen in het gebied uitgevoerd. De zand- en hoogveengronden werden in gebruik genomen als bouw- en weiland en de laagveenmoerassen als madelanden. Deze madelanden overstroomden ‘s winters. Nog tot in de tweede helft van de 19e eeuw stond het Hunzedal via het Reitdiep in open verbinding met zee. Deze verbinding met zee werd tussen 1850 en 1900 verbroken door afsluiting van het Reitdiep. In het begin van de 20e eeuw zijn er in de Onnerpolder, en in mindere mate ook in de Oostpolder, nog stukken land verveend. De veenweidegebieden in de Kropswolderbuitenpolder en de Westerbroekstermadepolder en delen van de Onnerpolder zijn de afgelopen jaren omgezet in natte natuur. Hierdoor is het aantal planten- en diersoorten sterk toegenomen. In het Zuidlaardermeergebied vormen open water, moerassen en graslanden nu het leefgebied voor vele moerasvogels, weidevogels en trekvogels, zoals de porseleinhoen, roerdomp en de witwangstern.
Lieftinghsbroek
Het natuurgebied Lieftinghsbroek ligt in het oosten van de provincie Groningen ten zuiden van het dorp Vlagtwedde. Het is een klein gevarieerd loofbos op de dalflank van de Ruiten Aa. Het gebied kent een rijke geschiedenis. De oudste vermelding van 'erve Liefsting' dateert al uit 1474. In 1590 wordt het Lieftinghsbroek genoemd als bos 'eijkelschare', het recht om varkens met eikels vet te mesten. Ooit was het Liefthingsbroek als geheel twee keer zo groot en bestond het uit een kleine boskern omringd door hooilanden en heide. Veel van het hooiland is langzaamaan dichtgegroeid met bos maar het huidige blauwgrasland getuigt nog van het beheer als hooiland in het verleden. Het bos met zijn eiken, elzen en essen is al eeuwen oud. Her en der staan oude bomen met een verdikte stamvoet en een gaffelvormig vertakte onderstam wat wijst op boerengeriefbos in het verleden.
Door de ligging van het Lieftinghsbroek op een zandrug en de overgang naar het heideontginnings-landschap is er veel variatie in hoogteligging binnen het bos. Die hoogtegradiënt zorgt binnen het Lieftinghsbroek voor een vegetatiegradiënt waarin droge eiken-beukenbossen afgewisseld worden door vochtige eiken-haagbeuken-bossen. Er komen in het bos plantensoorten voor die typisch zijn voor oude bossen, zoals grote muur, bosanemoon en witte klaverzuring. Het habitattype beuken-eikenbos met hulst komt hier voor in een variant waarin de zomereik de dienst uitmaakt. De zeer forse hulstbomen horen in dat Drentse type thuis. In het bos komen heel veel verschillende bramensoorten voor die kenmerkend zijn voor schaduwrijke, oude bossen, zoals witte grondbraam en gedraaide koepelbraam. Niet het hele Natura 2000-gebied bestaat uit bos; middenin het gebied liggen de blauwgraslanden. Hier bloeien karakteristieke soorten als gevlekte orchis, blauwe knoop en biezenknoppen.
Groninger natuur buiten Natura 2000
Op en rond de vele akkerbouwlanden en agrarische graslanden die de provincie rijk is, is een groot deel van de Groningse biodiversiteit te vinden. Een aantal vogelsoorten maakt veelvuldig gebruik van het boerenland om onder andere te broeden. Sinds 1989 worden jaarlijks inventarisaties uitgevoerd om een beeld te krijgen van de aantalsontwikkelingen van deze vogelsoorten. Sinds 2012 gebeurt dit via het Meetnet Agrarische Soorten. Deze tellingen worden zowel binnen Natuurnetwerk Nederland als daarbuiten uitgevoerd door de Provincie Groningen en Grauwe Kiekendief-Kenniscentrum Akkervogels. De beoogde soorten voelen zich thuis op de akker, in het struweel om de akkers heen en in het weidelandschap. Het gehele meetnetwerk richt zich op soorten als veldleeuwerik, gele kwikstaart, graspieper, kwartel, blauwborst, geelgors, grasmus, kneu, kievit, scholekster, grutto, tureluur, wulp, slobeend, wilde eend en anderen.
Voor de kiekendieven is een apart monitoringsprogramma in het kader van agrarisch natuurbeheer opgesteld. Door grootschalige braaklegging in Oost-Groningen ontstond voor onder andere de grauwe kiekendief gunstige leefomstandigheden, waardoor sinds 1990 weer een broedpopulatie aanwezig is. Door de inzet van vrijwilligers en professionals en de welwillendheid van de boeren, vindt er actieve nestbescherming plaats in het open akkerland waar de grauwe kiekendief broedt. Waar de soort ooit verdwenen leek te zijn, fluctueert het aantal broedpaar nu tussen de dertig en vijftig per jaar.
Overige onderwerpen die een rol spelen
'Provinciemedewerkers zitten meestal achter een bureau of aan de vergadertafel'. Klopt dit beeld? Niet echt. Wij vinden het belangrijk om in verbinding te staan met de gebieden waar we beslissingen over nemen en met de mensen die die gebieden beheren of bewonen. Onze natuurmedewerkers begeven zich daarom regelmatig buiten het provinciehuis.
Er zijn bijvoorbeeld gesprekken met burgers en beheerders in het kader van Transitie Landelijk Gebied. Diverse flora en fauna wordt in samenwerking met ecologische adviesbureaus in kaart gebracht. Er wordt gewerkt aan een netwerk voor Agenda Natuurinclusief en via subsidies worden projecten voor de zogeheten Groninger Soorten gerealiseerd. Daarnaast staat natuur niet op zichzelf. Het natuurbeleid raakt aan vele andere opgaves waar collega's en medeoverheden zich mee bezig houden. Denk aan de energietransitie, het behoud van ons open landschap, de toekomst van de landbouw, klimaatadaptatie en een verbetering van de waterkwaliteit. Zo worden er langs de Waddenkust en in het Eems-Dollard estuarium diverse projecten uitgevoerd in samenwerking met Rijkswaterstaat en de waterschappen.
U kunt vanuit de provincie Groningen maandelijks berichten verwachten over deze, en nog veel meer onderwerpen. We hopen u zo mee te nemen in hoe wij ons inzetten voor mens en natuur in de provincie waar niks boven gaat!
Tekst: R. Lenting-Koffeman, Provincie Groningen
Foto's: Alex Wiersma (leadfoto: Onnerpolder); Xander Brinkman; K. Eising; Jan Nijendijk, Saxifraga; Harold van der Meer, Kenniscentrum Akkervogels Grauwe Kiekendief