Veel plakkende slakken in 2024, tel jij ze?
Stichting ANEMOONTuinders hebben bijna overal uitdrukkingen voor, al dan niet in dialect en met variaties. Eentje die overal voor opgaat is: 'Soms valt het mee en soms valt het tegen, soms wil je zon en soms wil je regen.' Ook voor slakken gaat dat op. Het vochtige slakkenvoorjaar is goed voor slakken, maar minder voor tuinders. Maar zijn er dit jaar landelijk echt veel meer slakken dan anders? Of geldt het vooral in je tuin en om je huis? Meten is weten. Bijzondere soorten worden geteld en onderzocht. Maar 'gewone' nauwelijks. Ook voor de noodzakelijke landelijke telgegevens zijn daarom telprojecten belangrijk. Bij Stichting ANEMOON hebben we daarvoor 'Duik in een struik'. Wil je ook meetellen?
Recordbrekers
Wat mensen bijblijft zijn de extremen. De nattigheid: zware regenval en wateroverlast, en weeralarm-kleurcodes. Of juist de droogte, zoals de droge zomers van 2018 en 2019 toen er nauwelijks slakken waren. Vorig jaar, 2023, was een jaar met veel regen. Januari was zelfs de op vier na natste januari ooit gemeten. Slechts vier maanden waren droog. Daarin viel wel een tegenovergesteld weerrecord: bijna veertig dagen (39) achtereen geen regen. Maar 'takkeweer is slakkeweer' en ook 2024 is behoorlijk nat begonnen. Dus er wordt flink geklaagd over slakken. We zagen ze in 2024 op veel plaatsen al vroeg in het voorjaar rondkruipen en aan bladeren en takken plakken. En in alle kleuren op muren en deuren.
Gluren naar slakken
Bij droogte blijven slakken uit het zicht, maar bij vocht en regen kunnen er in korte tijd veel slakken zijn. Huisjesslakken als de bijna alles etende Segrijnslak of de in veel kleuren voorkomende Zwartgerande tuinslak bijvoorbeeld, trekken zich bij langere droogte terug in hun huisje. Dat sluiten ze af met slakkenslijm om zo in zomerslaap vochtiger weer af te wachten. Naaktslakken zonder huisjes trekken de grond in, maar kunnen daar als het vochtiger is snel uitkomen om zich tegoed te doen aan onze planten en gewassen. Overigens geldt dit lang niet voor alle landslakken: veel soorten eten liever rottende bladeren, schors, hout, mos, of elkaar of elkaars eieren.
Duik in een struik voor twaalf soorten
Binnen het publieksproject 'Duik in een Struik' staat een twaalftal algemenere landslakken centraal. Op die soorten hopen we dat mensen speciaal willen letten. Eenmalig of, bij voorkeur, langer achter elkaar op een vaste locatie. In je tuin, in een plantsoen of ander stukje waar je vaak komt. Zie je ze soms? Of vaak? Misschien vang je ze wel weg. Met biervallen bijvoorbeeld, om je plantjes te sparen. Handig zou zijn als je dan per keer telt hoeveel het er waren en dat bijhoudt en doorgeeft. Op de website van Stichting ANEMOON lees je meer over het project. Daar staan ook links waar je de poster en papieren telkaarten met de twaalf soorten kunt downloaden.
Groot, klein, import en naakt
Bij de twaalf soorten zitten de echt grote huisjesslakken: behalve de Segrijnslak ook de plaatselijk voorkomende Wijngaardslak. Verder zijn er meerdere middelgrote soorten: de Heesterslak en twee tuinslakken en een paar kleinere huisjesslakken die je makkelijk kunt tegenkomen. Maar ook ingeburgerde soorten die hier oorspronkelijk niet voorkwamen, waaronder de goed herkenbare Gekielde loofslak die nu erg in opkomst is. En dan natuurlijk de schrik van tuinliefhebbers en tuinders: naaktslakken. Overigens is niet elke naaktslak even erg. De Tijgerslak bijvoorbeeld, eet behalve plantenmateriaal ook vaak soortgenoten. Die in je tuin hebben is een heel stuk minder erg dus.
Veel succes bij het zoeken en tellen. En rustig aan. Met deze diergroep kan dat. Een minder bekende uitdrukking is: 'Beweeg je alsof je slakkenvoeten hebt.'
Tekst: Rykel de Bruyne & Inge van Lente, Stichting ANEMOON
Beeld: A.W. Gmelig Meyling (leadfoto: kruipende Zwartgerande tuinslak, bruine in plaats van gele kleurvariëteit, zonder strepen); PICTAN; Alie Postma; Stichting ANEMOON