Huismussen

Insecten noodzakelijk voor huismus in de broedtijd

Vogelbescherming Nederland
7-MEI-2024 - Huismussen eten zaden van kruiden en grassen, waaronder graan. Dat ze in mindere mate ook bessen en bloemknoppen nemen, weten minder mensen. Dat ze daarnaast niet zonder insecten en hun larven kunnen, is nog veel minder bekend. Tijd dus om de eetgewoonten van misschien wel onze bekendste vogel onder de loep te nemen, zeker in het Jaar van de Huismus.

Net als de meeste typische zaadeters, heeft ook de huismus in het broedseizoen eiwitrijk voedsel nodig. Insecten en geleedpotigen dus, zoals spinnetjes en pissebedden, en hun larven. Zowel de oudervogels als de jongen hebben de eiwitten uit dit kleine gedierte hard nodig. Zonder dierlijk voedsel kunnen de vrouwtjes geen eieren leggen en de jongen niet goed groeien. In de eerste twee weken krijgen de nestjongen vooral zachte insecten, zoals bladluizen, muggen, vliegen, vliegmieren en rupsen. De mussen voeren de jongen tot nog ongeveer twee weken na het uitvliegen. De maaltijd die de oudervogels aan de jonge vogels geven, bestaat voor een steeds groter deel uit plantaardige ingrediënten.

Huismussen kunnen drie legsels per seizoen hebben, maar vaak stoppen ze er na het eerste legsel mee als er onvoldoende insecten in de omgeving te vinden zijn. Eén legsel is helaas niet voldoende om het mussenbestand op een verantwoord niveau te houden. Voor een succesvol broedseizoen van de huismus is het daarom van essentieel belang dat er voldoende insecten in de omgeving voorkomen.

Huismus

Kies de juiste tuinplanten

We kunnen de huismussen een handje helpen door planten in de tuin te zetten die insecten aantrekken. Kies daarvoor met name inheemse beplanting of geef spontane opslag van (on)kruiden op bepaalde plekken een kans. Inheemse plantensoorten zijn extra waardevol, omdat insecten die in een bepaald gebied voorkomen juist op deze planten hun levenswijze hebben aangepast. Ze vinden er voedsel in de bloemen in de vorm van nectar en stuifmeel.

Huismussen wedden niet op één paard: ze lusten niet alleen de insecten die op (on)kruiden als straatgras (Poa annua), weegbree (Plantago spp.) en herderstasje (Capsella bursa-pastoris) leven, maar ook die in struiken als de sleedoorn (Prunus spinosa) en bomen als de zachte berk (Betula pubescens).

Misschien geheel ten overvloede, maar kies bij voorkeur planten die biologisch gekweekt zijn. Deze zijn tijdens de teelt niet bespoten met, voor insecten en vogels schadelijke, chemische bestrijdingsmiddelen. Daardoor kunnen insecten in jouw tuin veilig naar hartenlust alles doen wat ze willen in deze planten.

Laat natuurlijke bestrijders het werk doen

Sommige insecten en (on)kruiden kunnen nogal opdringerig zijn in je tuin. Daarom grijpen mensen helaas nog vaak terug op chemische bestrijdingsmiddelen tegen deze minder graag geziene gasten. Als je ze echter met bestrijdingsmiddelen verjaagt, verwijder je daarmee tegelijk ook het voedselaanbod (zaden en insecten) voor de huismus en andere tuinvogels. Laat de gifspuit daarom staan en zet de huismus samen met andere natuurlijke bestrijders in om plagen in toom te houden. In deze folder (pdf: 2,3 MB) lees je 14 slimme tips voor een groene vogeltuin vol natuurlijke bestrijders. En als je ze eens goed bekijkt, zijn veel van die (on)kruiden eigenlijk helemaal zo lelijk nog niet.

Meer informatie

Tekst: Vogelbescherming Nederland
Beeld: Shutterstock; Peter van Graafeiland