Natuurjournaal 4 mei 2024
Nature TodayMet lichtblauwe lipbloemen staat kruipend zenegroen nu in bloei. Je vindt deze plant vooral in vochtige bossen en graslanden, maar niet op kleigronden. Ze blijft meestal vrij laag, maar de bloemstengels steken hoger uit. Ze lijkt wel op brunel, maar daarbij staan de bloemen dicht op elkaar bovenaan de stengel. Bij kruipend zenegroen staan tussen de bloemen vrij grote schutbladeren die het bloemetje eronder beschermen. Als je goed kijkt, zie je namelijk dat bij deze lipbloemen de bovenlip heel klein is. De onderlip is een stuk groter en strekt zich uit als uithangbord voor bestuivers, de donkere aderen wijzen de weg naar de ingang. Kruipend zenegroen vormt kruipende uitlopers en kan zich zo snel verspreiden. De eironde bladeren zijn het hele jaar groen: de oude naam is 'sindegroen' en 'sin' betekent 'altijd, elke dag.'
De zeer zeldzame vroedmeesterpad is een buitenbeentje. Waar alle andere padden en kikkers voor de voortplanting naar het water gaan, blijft de vroedmeesterpad op het land te kwaken voor de ingang van zijn dagschuilplaats zoals een holletje onder een steen. Maar kwaken kun je het eigenlijk niet noemen, het roepje klinkt als een zacht fluitje of klokje. Fwiet-fwiiiet-fwiet. Vroedmeesterpadden houden van een stenige ondergrond en komen in Nederland van nature alleen voor in Zuid-Limburg. Er zijn ook stadse padjes: uitgezette padden die zich hebben gevestigd in stedelijke gebieden. In april begonnen de eerste 'klingelkes' te roepen en dat gaat door tot het einde van de zomer. Met hun muzikale lokroep verleiden de mannetjes de vrouwtjes om eieren te leggen. Die draagt manlief een paar weken op zijn rug. Vandaar de naam: geen vroedvrouwen maar echte vroedmeesters!
Tekst: Nienke Lameris, Nature Today
Foto's: Jan van der Straaten, Saxifraga; Edo van Uchelen, Saxifraga