Operatie Kruipertje bij Cocker spaniel (eenmalig gebruik)

Ongunstig maaibeheer leidt tot gezondheidsproblemen honden

FLORON, Koninklijke Hondenbescherming
2-MEI-2024 - Op voedselrijke en niet goed beheerde bermen en graslanden kunnen Kruipertje en IJle dravik nadrukkelijk aanwezig zijn. De aartjes van deze grassen kunnen makkelijk in de neus, keel, oren, ogen en tussen tenen van honden terechtkomen en daar binnendringen. Heel vervelend, en soms zelfs dodelijk. Wat kunnen beheerders én hondeneigenaren doen om de dominantie van deze grassen te voorkomen?

Aartjes van IJle dravik

Kruipertje (Hordeum murinum) en IJle dravik (Anisantha sterilis) — in de volksmond grasaar genoemd — zijn éénjarige grassen. Ze kiemen in het najaar en hebben de piek van hun bloeitijd in mei en juni. Na vruchtzetting sterven de planten af en begint de levenscyclus in het najaar weer opnieuw. Beide grassen hebben een voorkeur voor voedselrijke, al dan niet verruigde groeiplaatsen in bermen, struwelen, braakliggende terreinen, en tussen de stoeptegels en langs muren. Kruipertje en IJle dravik komen veel voor op plekken waar honden uitgelaten worden. Warmte en droogte kunnen beide soorten goed verdragen. Hiermee hebben ze in het warmer wordende Nederland een voordeel ten opzichte van veel andere inheemse plantensoorten. Ze komen in heel Nederland algemeen voor, maar zijn iets schaarser in het noordoosten van het land. Beide soorten vallen op door hun opvallend lange bloeiwijzen.

Op het aartje van Kruipertje zijn de weerhaakjes goed te zien. Hiermee kruipen ze makkelijk de vacht en/of het lichaam van een hond in

Gevolgen hondengezondheid

De aartjes van Kruipertje en IJle dravik bestaan uit lange kafnaalden die makkelijk aan de vacht van honden blijft hangen. De weerhaakjes op de kafnaalden maken het extra makkelijk om via de vacht binnen te dringen, of onomkeerbaar in neus, oren of ooghoeken te kruipen. Zo kunnen ze lelijke ontstekingen veroorzaken. Soms komen ze in de longen of andere vitale organen terecht, wat tot ernstige complicaties kan leiden of, in uitzonderlijke gevallen, zelfs tot overlijden. 

Uit rondvraag onder een twintigtal dierenartsenpraktijken in Nederland leidt de Koninklijke Hondenbescherming af dat er mogelijk duizenden honden per jaar worden behandeld door een dierenarts en dat dit aantal in de afgelopen jaren is toegenomen. De Hondenbescherming luidt daarom de alarmklok.

Woozle, de Irish Doodle van Sylvia Huisman uit Almere, kreeg tijdens het snuffelen een aar in zijn neus. Die kroop vervolgens richting zijn hersenen en moest onder narcose worden verwijderd

Gestage toename

Met name in 2023 lieten Kruipertje en IJle dravik een opvallende groei in voorkomen zien, maar dat jaar staat niet op zichzelf. Dat wordt verklaard door het volgende:

  • Grote voedselrijkdom door bemesting vanuit de landbouw.
  • Een maaibeheer dat open plekken in de vegetatie creëert, al dan niet in combinatie met het niet afvoeren van het maaisel waardoor de voedselrijkdom van de bodem nog verder toeneemt.
  • Lange droge periodes als gevolg van klimaatverandering die deze open plekken in de vegetatie extra bespoedigen.
  • Nat voorjaar dat de kieming van éénjarige grassen en kruiden extra stimuleert.
  • Veel honden worden uitgelaten langs bermen. Niet opgeruimde hondenpoep maakt de bodem voedselrijker en stimuleert de kieming en groei van beide soorten. Mogelijk dragen honden ook bij aan de verspreiding van de zaden als zij door de vegetatie lopen en zaden blijven hangen in hun vacht.

De geleidelijke toename van Kruipertje en IJle dravik in Nederland veroorzaken wij als mens grotendeels zelf. Dat betekent ook dat wij — als gemeenschap én als individu — aan de knoppen kunnen draaien om deze toename en overlast te beperken. Dat zit hem enerzijds in aanpassing van het beheer en anderzijds in ander gedrag van de hondeneigenaar, die verantwoordelijk is voor het reilen en zeilen van zijn of haar hond(en).

Het is belangrijk om maaisel na het maaien te verwijderen. Zo lopen honden minder gevaar en wordt de bodem tegelijkertijd minder aantrekkelijk voor grassen als Kruipertje en IJle dravik

Maaiadvies

Omdat Kruipertje en IJle dravik groeien op voedselrijke bodems, zit de oplossing in het verminderen van deze voedselrijkdom. Dit kan door na het maaien het maaisel te verwijderen. Door het wegnemen van deze voedselrijke biomassa wordt de bodem langzaam maar zeker steeds schraler en daardoor interessanter voor bloemrijke kruiden en minder geschikt voor grassen zoals Kruipertje en IJle dravik. Let wel, dit is een proces van meerdere jaren en zal niet na één jaar het gewenste resultaat opleveren. Naast dat er via dit maai- en afvoerbeheer minder grassen gaan groeien in de berm, profiteren ook veel insecten van de toegenomen bloemrijke kruiden. Win-win dus voor honden en de biodiversiteit in de berm!

Begin juni is de beste tijd om te maaien en het maaisel af te voeren. Dit is de piek in de bloeitijd van zowel Kruipertje als IJle dravik. Een tweede maaibeurt kan in september of oktober. Mocht de overlast van Kruipertje en/of IJle dravik erg groot zijn, dan kan een extra maaibeurt tussendoor overwogen worden. Maaien in mei is niet gewenst, omdat juist in die maand veel bloemrijke kruiden bloeien die zeer waardevol zijn voor insecten. Overigens staan beide grassen niet altijd door de hele berm. Soms kan alleen aan de rand of gefaseerd maaien voldoende zijn.

Voorkom schade aan de bodem. Hiermee wordt niet alleen een perfect kiembedje geschapen voor Kruipertje en IJle dravik, maar ook voor Jakobskruiskruid. Hoewel alle drie de 'probleemsoorten' onderdeel zijn van de inheemse flora en hier thuishoren, is een hoge dominantie niet gewenst en kan dit met beperkte inspanning voorkomen worden.

Kruipertje in voedselrijke berm

Tips & tricks voor overheden, terreinbeheerders én hondeneigenaren

  • Maai bermen niet te vaak en niet te kort. Zo worden open plekken in de vegetatie voorkomen en krijgen Kruipertje en IJle dravik minder gelegenheid tot kieming.
  • Voer het maaisel af. Enerzijds om de voedselrijkdom in de bodem terug te dringen, anderzijds om eventuele rijpe zaden te verwijderen.
  • Bij grote dominantie van Kruipertje en IJle dravik kan een extra maaibeurt ingelast worden.
  • Een deel van de voedselrijkdom in bermen wordt veroorzaakt door (over)bemesting vanuit de landbouw. Boeren van aangrenzende landbouwgronden kan gevraagd worden de randen van de percelen spaarzamer te bemesten waardoor er minder meststoffen in de berm terecht komen.
  • Meer tips en tricks over ecologisch maaibeheer staan in de Veldgids Ecologisch bermbeheer (pdf: 5,8 MB).
  • Ruim de hondenpoep op. Kruipertje en IJle dravik groeien namelijk heel goed op de voedselrijke poep.
  • Leer Kruipertje en IJle dravik goed herkennen. Mijd plekken met grote hoeveelheden van deze soorten. Dit helpt problemen met diergezondheid en verspreiding van zaden via de vacht voorkomen.
  • Controleer je hond(en) na het uitlaten op eventuele aartjes en verwijder deze.
  • Raadpleeg tijdig een dierenarts als je de aren zelf niet uit de vacht, oren of neus kunt halen. Zo voorkom je groot leed of zelfs het overlijden van jouw hond.

Tekst: Leonie Tijsma en Baudewijn Odé, FLORON; Eefje Arts, Koninklijke Hondenbescherming
Beeld: Carlien Vossepoel; Willem Braam; Cor Nonhof; Sylvia Huisman; Jopie Denissen