Eiken zeer vroeg in blad, wat gaan de eikenprocessierupsen doen?
Kenniscentrum EikenprocessierupsIn de eerste 20 jaar van deze eeuw ontplooiden de eiken gemiddeld rond 20 april hun eerste bladeren. Vijftig jaar geleden was dat gemiddeld 3 mei. Dit jaar komt de bladontplooiing volgens onze temperatuursomverwachting mogelijk al op 7 april. Hele vroege bomen beginnen naar verwachting de komende dagen al met de bladontplooiing. De recordvroege ontwikkeling in de natuur wordt veroorzaakt door de recordhoge temperatuur in februari. De gemiddelde temperatuur in februari lag zo’n 6° Celsius hoger dan gemiddeld in de jaren 1941 tot en met 1970. Maart verloopt tot nu toe ook zeer warm en wordt mogelijk ook de warmste ooit.
De vraag is hoe de eikenprocessierupsen gaan reageren op deze situatie. De eipakketjes in onze twee proefstations zitten nog dicht. De ervaring leert dat ze hun timing van opengaan meestal goed afstemmen op het moment dat de eiken hun bladeren ontplooien. Dan kunnen ze namelijk het beste profiteren van het malse blad. Overigens kunnen de processierupsen ook prima geruime tijd zonder voedsel in de bomen wachten op de ontplooiing van het blad. De rupsen liggen namelijk ook al enkele maanden lang te wachten in hun eitjes voordat ze tevoorschijn komen. Nadeel van het wachten op blad nadat ze zijn uitgekomen is dat ze dan kwetsbaar zijn voor natuurlijke vijanden zoals koolmezen, pimpelmezen en allerlei andere vogelsoorten of insecten zoals mieren, wantsen, roofkevers en parasitaire wespen.
Geen zwaar processierupsseizoen verwacht: aandacht voor plaagdrukmonitor
Op basis van het relatieve lage aantal vlinders tijdens de vlindertelling vorig najaar concludeerden we dat de plaagdruk in 2024 laag zal zijn, maar dat de bijdrage uit grondnesten nog een onzekere factor is. Zie ons eerdere bericht hierover op Nature Today: ‘Stabilisering eikenprocessievlinders op laag niveau; kennis grondnesten gebundeld’.
Pas als de eikenprocessierupsen hun nesten gaan vormen is het mogelijk om een goede inschatting te maken van de te verwachten plaagdruk en van de regionale variatie in plaagdruk. De kans is reëel aanwezig dat eikenprocessierupsen die hun cyclus niet in 2023 hebben voltooid, dit jaar rond eind mei/begin juni zullen opduiken op de stam van eiken. Om een goede inschatting van de plaagdruk te maken roepen we gemeenten en vrijwilligers op om, zodra er nesten zijn, het aantal nesten per boom te inventariseren en te registreren via de Plaagdrukmonitor op de website van het Kennisplatform Processierups. Zodra bekend is wanneer de eitjes uitgekomen zijn kunnen we een betere inschatting maken van wanneer de eikenprocessierupsen brandharen zullen vormen en wanneer de nesten zichtbaar zullen worden. Vanaf dat moment is ook de fysieke overlast te verwachten.
Najaarscontrole eipakketjes eikenprocessierupsen
Op 15 november zijn eipakketjes geopend om de ontwikkeling van de embryo’s te beoordelen. Hieruit bleek dat de rupsen al gevormd waren en normaal bewogen in hun eitjes en ook daarbuiten. Ze zijn derhalve helemaal klaar de winter ingegaan. Tijdens een inventarisatie rond half november werden eipakketjes op stamscheuten aangetroffen, soms op een hoogte van een meter. Dit betekent dat er vlinders uit grondnesten zijn gevlogen. Ze hebben laag gepaard en ook laag eitjes afgezet. De rupsen die uit de laag afgezette eipakketjes kruipen zullen zich voeden met de knoppen van de stamscheuten. Naarmate de rupsen groeien, zullen ze steeds hoger in de bomen te vinden zijn.
Nieuwsbrief Kennisplatform en Leidraad beheersing eikenprocessierups
Mensen die op de hoogte willen blijven van de ontwikkelingen rondom de eikenprocessierups kunnen zich gratis aanmelden voor de speciale emailnieuwsbrief. Voor meer informatie over de eikenprocessierups, de mogelijke plaagdruk en hoe je hier verstandig mee om moet gaan verwijzen we graag naar de Leidraad beheersing eikenprocessierups en naar de inmiddels 22 informatiebladen met gedetailleerde informatie over de mogelijkheden om overlast van de eikenprocessierups te beperken.
Tekst: Kenniscentrum Eikenprocessierups: Arnold van Vliet, Wageningen University; Silvia Hellingman en Guus Hellingman, Hellingman Onderzoek en Advies; Henry Kuppen en Wendy Batenburg, Terra Nostra; Henk Jans, Jans Consultancy Gezondheid en Milieu; Hidde Hofhuis, Programmabureau Deltaplan Biodiversiteitshberstel; Joop Spijker, Wageningen Environmental Research
Foto’s: Arnold van Vliet (leadfoto: bladontplooiing zomereik); Silvia Hellingman