Overlast eikenprocessierups sterk toegenomen en leidt tot problemen
Kenniscentrum EikenprocessierupsDe rupsen hebben zich zeer door het extreme weer snel ontwikkeld, waardoor een volledig afwijkend gedrag is ontstaan. In tegenstelling tot de gebruikelijke nesten zijn de rupsen nu veelal op de stammen van de eiken te vinden. Zware buien hebben er voor gezorgd dat rupsen en complete nesten vol met rupsen uit bomen gevallen zijn. Op die plaatsen waar er door het grote aantal rupsen voedseltekort ontstaat, gaan de rupsen in de omgeving op zoek naar andere bomen. Dit zijn de redenen waarom momenteel ook rupsen in tuinen te vinden zijn waar geen eiken staan. Bij gebrek aan eiken stappen ze over op andere boomsoorten. Ook zijn er al gevallen bekend dat ze gebouwen binnen komen op zoek naar voedsel. Een bijkomend probleem als gevolg van de hoge temperaturen is dat mensen minder bedekt zijn en zodoende meer blootgesteld zijn aan de brandharen.
Preventieve bestrijding dit jaar minder effectief
Door de zeer snelle ontwikkeling van de rupsen hebben preventieve bespuitingen eerder in het jaar niet altijd het gewenste effect gehad. Als gevolg zien we ook op behandelde locaties enorme aantallen eikenprocessierupsen. Op diverse locaties zijn per boom hoeveelheden rupsen waargenomen die een kruiwagen kunnen vullen. Overigens is niet alleen het extreme weer de oorzaak van de massale overlast. In de afgelopen jaren is op sommige locaties bezuinigd op de bestrijding. Nesten die bleven hangen hebben bijgedragen aan de sterke vermeerdering van de eikenprocessierups. Een nest dat niet tijdig wordt verwijderd, kan tot een vervijfvoudiging van het aantal rupsen leiden in het daaropvolgende jaar. Tenslotte ontbreekt het aan een nationale coördinatie van de aanpak van de eikenprocessierups.
Gebieden met verhoogde prioriteit
De landelijke leidraad van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) geeft aan dat de volgende gebieden een verhoogde prioriteit hebben bij het bestrijden van de rupsen:
I: Gebieden waar veel mensen komen of waar mensen langdurig verblijven: veel risico
- Rond winkelcentra, zorgcentra, ziekenhuizen, scholen en kinderdagverblijven;
- Nabij woningen, kantoren en werkplaatsen;
- Op drukke fiets - en wandelroutes;
- In de omgeving van haltes voor openbaar vervoer;
- Op campings, kampeerboerderijen en (intensieve) dagrecreatieterreinen, drukke parkeerterreinen;
- Tijdens evenementen (bijvoorbeeld avondvierdaagse).
II: Gebieden waar (landbouw)huisdieren risico lopen.
- Bij boerderijen met (intensieve) beweiding;
- Bij maneges, kinderboerderijen;
De overlast zal nog geruime tijd aanhouden. Momenteel zijn er nog actieve rupsen en is de levenscyclus nog niet voltooid. Opvallend is dat op plaatsen waar eiken begin mei volledig kaal waren gegeten door allerlei soorten rupsen en kevers de eikenprocessierupsen zonder voedsel overleefd hebben. Inmiddels hebben de bomen weer blad gekregen en is er weer voldoende voedsel beschikbaar. Zodra de rupsen verpoppen in de nesten zal de overlast afnemen. De nesten zitten echter vol met brandharen. De nesten die niet verwijderd worden, zullen op een gegeven moment naar beneden vallen waardoor brandharen zich in de omgeving verspreiden. Die haren kunnen nog jarenlang voor overlast zorgen.
Eikenprocessierupsen hebben een periode zonder voedsel als gevolg van volledige kaalvraat begin mei door verschillende soorten rupsen en kevers overleefd (Bron: Silvia Hellingman)
Zelf eikenprocessierupsen bestrijden?
Op dit moment is er een enorm tekort aan bestrijders waardoor mensen zelf de rupsen te lijf gaan met alle risico’s van dien. We adviseren met klem de rupsen niet zelf te bestrijden. Mochten de rupsen in extreme gevallen toch in de woning komen dan kunnen de rupsen het best, met handschoenen aan, gefixeerd worden met spray zoals haarlak of lijmspray. In geen geval dood trappen of slaan. Elke rups heeft minstens 700.000 brandharen die zich naarmate ze geïrriteerd worden zullen loslaten en verspreiden. De rupsen die ingespoten zijn gaan dood en dienen in de tuin op een plek begraven te worden waar de eerste jaren geen activiteiten plaats zal vinden. Deze handeling is alleen voor de extreem noodzakelijke gevallen in te zetten. In alle andere gevallen adviseren wij u contact zoveel mogelijk te vermijden.
Ook bereiken ons berichten dat nu nog gespoten wordt met bestrijdingsmiddelen terwijl zich rupsen met brandharen in de bomen bevinden. We adviseren met klem te stoppen met spuiten. Het verspreidt de brandharen door de werveling van de spuit en gaat volledig voorbij aan het doel overlast te voorkomen.
In gebieden waar takken van eiken met veel rupsen over de tuin hellen adviseren we ramen en deuren dicht te houden en niet in de tuin te verblijven totdat deze verwijderd zijn. Het buiten hangen van de was wordt in deze gevallen ook afgeraden. Verder is het raadzaam zandbakken af te dekken.
Besmetting zwemwater
Er is een groot risico van verwaaiing van brandharen in zwemplassen en zwembaden. Brandharen in het water kunnen voor letsels zorgen aan huid, luchtwegen en ogen. Let goed op of er eiken staan in de buurt van zwembaden en zwemplassen met nesten van eikenprocessierups. Ga in dat geval niet het water in.
Ontwikkeling verder dit jaar
Met het zeer grote aantal nesten en de snelle ontwikkeling is het zeer de vraag of bestrijders alle rupsen in de gebieden met een verhoogde prioriteit tijdig zullen kunnen ruimen voordat de vlinders uit gaan vliegen. Onderzoek met feromoonvallen zal daarom richtinggevend zijn voor de te verwachten plaagdruk in 2019. Het aantal vlinders per val is namelijk een goede indicatie voor de hoeveelheid rupsen die je het volgende jaar in de omgeving van de val kunt verwachten. Op basis van deze informatie is de preventieve bespuiting veel beter te organiseren en kan tijdig rekening gehouden worden met andere vlindersoorten.
Meer informatie
Tekst: Kenniscentrum Eikenprocessierups: Silvia Hellingman, Biocontrole Onderzoek en Advies; Arnold van Vliet en Wichertje Bron, De Natuurkalender, Wageningen University; Henry Kuppen, Terra Nostra; Henk Jans, Jans Consultancy Gezondheid en Milieu; Jan Buijs, GGD Amsterdam
Foto’s: Silvia Hellingman; Arnold van Vliet