Grijp nu je kans: meer grote dan kleine vossen
De VlinderstichtingDe kleine vos doet het al jaren erg slecht, vooral op de hogere zandgronden in het oosten en zuiden van ons land. In het westen en noorden zijn ze nog redelijk veel aanwezig. Als we kijken naar het verspreidingskaartje van de kleine vos van vorig jaar (2023), dan zien we dat er hele gebieden zijn waar deze vlinder niet is gemeld. En dat gaat niet om één of twee vierkante kilometer, maar er zijn gebieden van 150 tot 200 vierkante kilometer waar het hele jaar geen enkele kleine vos is gemeld. En we weten dat er zeer veel waarnemers zijn die hun gegevens doorgeven en we weten ook dat de ‘lege’ gebieden van de kleine vos zeker goed zijn onderzocht. De achteruitgang van zo’n algemene vlinder is niet direct te verklaren. De kleine vos is wel een liefhebber van wat koelere omstandigheden en de hete en droge zomers kunnen zeker een rol hebben gespeeld. Als we in de Climate Risk Atlas of European Butterflies de prognoses bekijken voor de kleine vos in relatie tot klimaatverandering, dan wordt voorspeld dat binnen enkele tientallen jaren het klimaat in ons land niet meer geschikt is voor de kleine vos. Misschien zien we nu daar al de eerste voortekenen van.
Net zo moeilijk als het verklaren van de achteruitgang van de kleine vos, is het om de enorme en zeer snelle toename van de grote vos te duiden. In een paar jaar tijd heeft deze zich sterk uitgebreid en inmiddels komt de soort in grote delen van ons land voor, met een duidelijke nadruk op de oostelijke en zuidelijke gebieden, juist die delen waar de kleine vos het moeilijk heeft. Een directe relatie ligt niet voor de hand, want de kleine en grote vos hebben een heel andere leefwijze en van concurrentie lijkt geen sprake. De vooruitgang van de grote vos past in de trend die we de laatste jaren zien bij meer bosgebonden vlinders. De bossoorten lijken het veel beter te doen dan soorten die leven in graslanden en heiden. Hier kan de opwarming wellicht juist een ‘positief’ effect hebben.
Als je nog geen grote vos hebt gezien, is het nu je kans. Juist in maart en begin april zijn ze erg actief en is de kans ze tegen te komen heel groot. Vooral omdat ze er vorig jaar massaal waren. Zoek bij bloeiende struiken, zoals sleedoorn of andere prunussen, maar ook op bloeiende wilgen kun je ze vinden. In tuinen zijn ze te zien op de sneeuwbal (Viburnum) of op Corylopsis, de schijnhazelaar.
Meer informatie
- Hier kunt u de Climate Risk Atlas of European Butterflies downloaden.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Kaartjes: NDFF