Natuurjournaal 6 maart 2024
Nature TodayEen klein deel van de scholeksters heeft in Nederland op de Wadden en in de Delta overwinterd, de rest was wat verder weg in Zuidwest-Europa. Nu zoeken ze hun broedgebieden weer op, met name op de Wadden en landbouwgrond in de kustgebieden, waar de scholekster de overstap heeft gemaakt van wadpieren naar regenwormen. Toch is het lastig om genoeg jongen groot te brengen en steeds meer scholeksters verhuizen naar de stad. Platte daken voor het nest en wormrijke grasveldjes zijn aanlokkelijk, al vijftien procent is inmiddels stadsscholekster. Maar ook daar zijn uitdagingen voor de ouders. Stad, weiland of wad, in de loop van deze maand komen alle scholeksters weer terug en kun je ze hun leuke baltsdansje zien doen.
Het is best een gek gezicht, de bleke knotsen van heermoes die in het voorjaar als eerste deel van de plant boven de grond komen. Bij tuiniers slaat de schrik om het hart, niet omdat ze de ontspruitende plant voor een buitenaards wezen aanzien, maar omdat heermoes een hardnekkige en meestal ongewenste tuinbewoner is. Het is – net als varens – een sporenplant. Die vreemde knotsen zijn dus geen bloemen, maar sporendragers. De stengels bevatten geen chlorofyl en zijn daarom bleek geelbruin. Vanaf nu tot in mei zijn ze te zien. Na die eerste vruchtbare spruiten komen de bekende, groene paardenstaarten. Heermoes is niet de enige soort in Nederland, er is nog een aantal soorten waarvan sommige veel zeldzamer zijn zoals schaafstro.
Tekst: Nienke Lameris, Nature Today
Foto's: Piet Munsterman, Saxifraga; Ed Stikvoort, Saxifraga