Natuurjournaal 7 februari 2024
Nature TodayHeldergele bolletjes op een vrolijke kraag van donkergroen blad, de winterakoniet straalt je tegemoet. Deze stinsenplant, die van nature in Zuid-Europa groeit, wordt al een paar eeuwen aangeplant als vrolijke winterbloeier op landgoederen en buitenplaatsen. Daar heeft ze het prima naar haar zin en vormt nu een tapijt van gele bloemen. Ze houdt van voedselrijke grond, bijvoorbeeld klei, en je ziet haar dan ook het meest in de kustprovincies en het rivierengebied. Nu staat ze in de zon te pronken. Wanneer in het voorjaar de bomen in het blad komen, valt de schaduw over haar heen en trekt ze zich terug. Dan zie je niks meer, tot ze het volgende jaar weer als eerste voorjaarsbode in bloei staat.
Maak je een wandeling over de heide of een veengebied, hou dan je ogen open voor de klapekster. Er overwinteren maar een paar honderd in Nederland en ze verblijven vooral op grotere heidegebieden en hoogvenen met wat bos in de buurt. Ze zitten vaak op de uitkijk, in een boomtop of bovenin een struik, midden op het open veld. Als je weet waar je moet kijken, heb je toch een goede kans om ze te zien. Net als familielid grauwe klauwier spietsen ze hun prooien op stekels en prikkeldraad. Muizen, insecten en in de winter vooral kleine vogels. Die twee soorten wisselen elkaar af: de klapekster trekt vanaf maart naar Scandinavië, de grauwe klauwier komt in mei hier weer broeden. Dat is echter geen vanzelfsprekendheid: ook klapeksters broedden in Nederland, maar voor het laatst in 1999.
Tekst: Nienke Lameris, Nature Today
Foto's: Ed Stikvoort, Saxifraga; Bart Vastenhouw, Saxifraga