Steeds minder kemphanen in Nederland
Sovon Vogelonderzoek NederlandIn Fryslân werden in de jaren negentig nog 40.000 tot 50.000 pleisterende kemphanen geteld. Uit onderzoek in de Friese weilanden bleek zo’n twintig jaar geleden al dat de aanwezige kemphanen (in het Fries hoantsen) niet zo goed kunnen opvetten en ruien, vermoedelijk vanwege te weinig voedsel. Als gevolg daarvan zijn kemphanen binnen één generatie in het voorjaar een steeds oostelijkere trekroute gaan kiezen. Een tussenstop in de Pripyatdelta in Wit-Rusland werd aantrekkelijker dan in bijvoorbeeld de Oudegaasterbrekken. Ook bleek uit een analyse van trends in verschillende gebieden dat kemphanen hun broedgebieden steeds meer van het Europese naar het Aziatische deel van de Siberische toendra verschuiven.
Gemeenschappelijke slaapplaatsen
De aantalsontwikkeling van doortrekkende kemphanen in Nederland is het beste met tellingen op slaapplaatsen te volgen. De soort foerageert graag verspreid in kleine groepjes over een groot gebied en is dan makkelijk te missen. ‘s Avonds verzamelen ze zich in groepen op gemeenschappelijke slaapplaatsen, vaak op een plasdrasperceel of waterberging, waar relatief veilig overnacht kan worden. Zulke plekken zijn vooral in West-Nederland te vinden. In het voorjaar van 2023 werd voor de vijfde keer een landelijke telling van kemphanen op slaapplaatsen gecoördineerd. Eerdere voorjaarstellingen waren in 2008, 2011, 2015 en 2019. In Fryslân bestaat er al langer een traditie van steltlopertellingen op slaapplaatsen.
Getelde aantallen in 2023
De landelijke tellingen in 2023 werden rond 11 maart en 1 april uitgevoerd, vaak gecombineerd met tellingen van grutto’s, scholeksters, wulpen en regenwulpen. In de eerste telperiode werden 168 gebieden in de avondschemer bezocht, tijdens de tweede periode 157. Op de meeste slaapplaatsen werden géén kemphanen gezien, op 37 wel. Daarvan lag het merendeel in Fryslân (zie onderstaand figuur). Het landelijke maximum kwam uit op 14.477 exemplaren. De grootste aantallen werden tijdens de tweede telling (met betere weersomstandigheden dan in maart) gezien. De grootste slaapplaatsen waren de Workumerwaard (1400) en de Wyldlannen in de Alde Feanen (1375). Er zijn vijf Natura 2000-gebieden die mede zijn aangewezen omdat ze een belangrijke slaapplaats voor de kemphaan vormen. Van deze vijf gebieden wordt alleen in de Oostvaardersplassen het doelaantal gehaald, omdat zich hier in augustus enkele honderden kemphanen ophouden.
Afname als broedvogel
Niet alleen op trek zijn de aantallen lager dan in de vorige eeuw. In grote delen van Noord-Europa neemt de kemphaan in aantal af als broedvogel. In Nederland bungelt de soort aan een zijden draadje. Jaarlijks worden nog maar enkele territoria gevonden. Geschikt broedbiotoop, zeer nat en extensief gebruikt grasland, is nauwelijks meer te vinden in het Nederlandse landschap. Er is weinig perspectief voor hoantsen.
Meer informatie
- In het recent verschenen Sovon-rapport Landelijke slaapplaatstelling van Kemphaan in 2023 is meer informatie te vinden over de resultaten van de slaapplaatstelling.
- In het webinar Vogelherkenning: Stoeien met strandlopers wordt meer uitgelegd over de herkenning van de verschillende soorten binnen de strandloperfamilie, waar de kemphaan onder valt.
Tekst en figuur: Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto's: Harvey van Diek