Kemphaan: vroege najaarstrekker piekt nu al
Vogelbescherming NederlandBericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland [land] op [publicatiedatum]
De herfst is begonnen voor veel vogelsoorten. Verschillende soorten steltlopers hebben hun broedgebieden reeds verlaten. Eén daarvan is de charismatische kemphaan. Nog steeds te herkennen aan de kraag, maar je moet er snel bij zijn. Want rui doet zijn werk.
Juli is de periode waarin veel soorten steltlopers al weer volop bezig zijn met de najaarstrek. Zwarte ruiter, bosruiter en witgatje zijn er als vroegste bij, maar ook onze eigen grutto. Daarvan hebben we al een eerste (weg)trekgolfje gezien. Veel Hollandse grutto’s zitten al ver zuidelijk, bijvoorbeeld in Coto Doñana, Andalusië.
De trek van de kemphaan piekt in juli, om precies te zijn: begin juli, nu dus. De komende twee maanden zal de trek geleidelijk afzwakken, om vanaf eind augustus nog een tijdje op een laag pitje door te sudderen. De kemphanen die nu in ons land zijn, betreffen volwassen vogels. De mannetjes (de hanen) zijn nog goed te herkennen aan hun opvallend gekleurde kleed, vaak nog met kragen of de resten ervan. De rui zorgt ervoor dat ze deze ornamenten snel zullen verliezen. De hanen zijn een stuk groter dan de hennetjes. Later in de zomer en najaar zal het aandeel jonge vogels sterk toenemen. Deze zijn te herkennen aan de opvallende lichte kaneelkleur, het regelmatige patroon van de veren met lichte zomen en de geelgroene poten. In het kleed is er bij jonge vogels geen verschil te zien tussen mannen en vrouwen, maar het grootteverschil is opvallend.
Kemphanen zijn te vinden in natte graslanden, op slikvlakten en modderige terreinen met ondiep (zoet) water. De Lauwersmeer is een goed gebied: hier verblijven nu honderden kemphanen. Maar ook elders in het land zijn ze te vinden, bijvoorbeeld in de Delta, in Waterland, Eemland en langs de grote rivieren. Het herkomstgebied van doortrekkende kemphanen strekt zich uit van Noord- en Oost-Europa tot Noordoost-Siberië. Ze trekken naar Zuidwest-Europa en Noordwest- en West-Afrika. De vrouwtjes trekken zuidelijker dan de mannetjes: die overwinteren ook wel in West-Europa.
De aantallen kemphanen in Nederland zijn in ieder geval tijdens de voorjaarstrek sterk afgenomen. Dit komt door het verdwijnen van geschikte natte gebieden, vooral in Friesland. Of de aantallen tijdens de najaarstrek ook zijn afgenomen is niet duidelijk. De aantallen zijn dan traditioneel veel lager dan het voorjaar en het ontbreekt aan systematische tellingen van doortrekkende kemphanen in deze tijd. Toch heeft het er wel de schijn van dat kemphanen ook tijdens de najaarstrek zijn afgenomen. Een aantal van 25.000 kemphanen, zoals op 29 augustus in Oost-Flevoland, is nu ondenkbaar.
Tekst: Ruud van Beusekom, Vogelbescherming Nederland
Foto: Koos Dansen