Inheemse planten: hazelaar
Hortus botanicus LeidenMet de kerst bloeiden langs snelwegen en aan bosranden al volop hazelaars (Corylus avellana). Ze horen thuis in de berkenfamilie (Betulaceae). Het zijn struiken: ze komen als een toef takken uit de grond, en groeien uit tot een meter of zes hoog.
Mannelijke en vrouwelijke bloemen zitten aan dezelfde struik. De mannelijke katjes – gele staartjes – vallen het meest op, van de vrouwelijke bloemen moet je weten dat ze er zitten anders kijk je er overheen. Het lijken gewone knoppen maar er komt een rood sterretje op: de stijlen. Met drie of vier samen zitten de vrouwelijke bloemen in één knop. De mannelijke bloemen bestaan uit meeldraden hangend onder een klein rond dakje, in grote hoeveelheden groeiend aan een langgerekt katje dat in de wind kwispelt.
Bijen profiteren
Bij de term 'bloemen' stellen de meeste mensen zich iets uitbundigers voor dan wat de hazelaar laat zien. De struik was dan ook geen kandidaat bij de verkiezing voor onze nationale bloem, zoals bekend gewonnen door het madeliefje. Hazelaar wordt door de wind bestoven. Handig dat het dubbelgezaagde blad later verschijnt dan de bloemen, dat hangt niet in de weg. Bijen profiteren van bloeiende hazelaars. Al bestuiven ze ze niet, ze zijn blij met het stuifmeel. Wanneer in februari de eerste honingbijen vliegen, bloeit de hazelaar meestal nog. Arjen Neve en Raymond van der Ham leggen in hun boek ‘Bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen’ de waarde voor de bijen uit: "De bijen bewegen zich snel over de katjes en zullen zodoende maar een klein deel van de stuifmeelkorrels kunnen opvangen in het haarkleed. Zoals bij alle windbloeiers is de stuifmeelproductie overvloedig. Ieder katje kan enkele miljoenen stuifmeelkorrels produceren. De stuifmeelklompjes zijn groenachtig geel. De voedingswaarde van het stuifmeel is gering en de katjes produceren geen nectar, maar omdat de hazelaar zo vroeg in het jaar bloeit, is hij toch van grote waarde voor de bijen." Mensen zijn niet altijd blij met het overvloedige stuifmeel, hooikoortspatiënten die er gevoelig voor zijn, hebben nu al last.
Aangeplant
Imkers planten hazelaars aan om bijen van stuifmeel te voorzien. Trouwens, ook de Romeinen plantten al boomgaarden met hazelaars aan en selecteerden soorten met een hogere opbrengst. Lastig om te zeggen of een hazelaar helemaal wild is, of toch al een beetje geselecteerd op vroege bloei of veel hazelnoten.
Op de stoep komt u de hazelaar niet tegen, wel vestigt hij zich zo nu en dan op een stadse kadewand. Misschien dat hij op zo'n bijzondere plek uw aandacht trekt, terwijl je gewoonlijk denkt 'o ja een hazelaar' en zonder kijken verderloopt. Buiten uw Eindejaars Plantenjacht-uurtje om heb ik dan een mooie tip: koop het nieuwe boek van Dirk Slagter, 'Ontdek Winterkenmerken'. Dirk kan ontzettend goed kijken, en met het boek in de hand kijk je met hem mee. Naar de hazelaar en naar allerlei andere bomen en struiken.
Tekst: Hanneke Jelles, Hortus botanicus Leiden
Foto's: Hanneke Jelles (leadfoto: onrijpe hazelaarkatjes met het laatste blad van het voorgaande jaar); Dr. Thomé's Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz; R. Brendel; KU Leuven