Natuurjournaal 10 december 2023
Nature TodayHun lange nek maakt zwanen sierlijk. Maar daar is het in de vogelwereld niet om te doen. Wat heb je er dan aan? Met de langste nek, kun je het diepste onder water duikelen. Dat is het geheim van de knobbelzwaan: op diepe slootbodems eten ze wortels van waterplanten waar geen eend bij kan. Sommige mensen denken dat de knobbelzwaan een siervogel is en geen inheemse soort. Dat is niet waar, knobbelzwanen zijn oorspronkelijk ook Nederlandse vogels. Ze werden wel vroeger ook als pluimvee gehouden voor hun dons, en tegenwoordig ook nog als siervogel.
In de herfst en winter hebben knobbelzwanen wel een langgenekte concurrent: de wilde zwaan. Die is net zo groot, maar een stuk slanker en lichter en heeft een gele snavel. Wilde zwanen komen hierheen gevlogen uit het hoge noorden, je kan ze zien van half oktober tot april. Net als knobbelzwanen eten ze waterplanten en gras. Dat laatste biedt in ieder geval genoeg voedsel voor iedereen. Knobbelzwanen zie je in het hele land, wilde zwanen vooral in de kustprovincies, bij de randmeren en ook in Drenthe.
Tekst: Nienke Lameris, Nature Today
Foto’s: Bart Vastenhouw, Saxifraga; Piet Munsterman, Saxifraga