Natuurjournaal 7 december 2023
Nature TodayHet is nog steeds een vrolijk gezicht: de roze vruchtjes van de wilde kardinaalsmuts. Blad zit er niet meer aan de struiken – of soms kleine bomen, ze kunnen tot zes meter hoog worden. Maar de opvallende vruchtjes zijn er nog wel. Het zijn geen bessen, maar roze doosvruchten die vier hokjes hebben. De vruchten zijn in de loop van de herfst open gaan staan en de oranje zaden bungelen eruit. De zaden zelf zijn eigenlijk wit, dat oranje vliesje is een zogenaamde zaadmantel, een lokkertje voor vogels om ze te eten en zo de zaden te verspreiden. Nu er geen blaadjes zijn, kun je ook iets opmerkelijks zien aan de takken. Bij oudere takken staan de twijgen vaak tegen over elkaar in een hoek van negentig graden. Een gek gezicht, zo’n haakse hoek in de natuur.
Staartmezen hoor je vaak al aankomen voordat je ze ziet. De hele tijd roepen ze naar elkaar, terwijl ze in een groepje door de bomen dwarrelen. Zo houden ze elkaar in de gaten, en op achterblijvers wordt gewacht. Ook ’s nachts laten ze elkaar niet alleen, maar kruipen dicht tegen elkaar om warm te blijven. Staartmezen zijn standvogels en blijven het hele jaar hier. Alleen de staartmezen uit koudere gebieden – het noorden van Scandinavië, Oost-Europa en Siberië – trekken wel weg. Soms komen ze hier terecht. Daarbij zit ook de ondersoort witkopstaartmees: met een volledig witte kop lijkt die nog veel meer op een sneeuwbal dan onze staartmeesjes.
Tekst: Nienke Lameris, Nature Today
Foto's: Wim van der Aart, Waarneming.nl; Mark Zekhuis, Saxifraga