Natuurjournaal 10 oktober 2023

De rotganzen zijn aan de late kant dit jaar. Ze maken elk najaar een lange reis vanaf de Siberische toendra. In totaal is dat rond de vijfduizend kilometer, waar ze een paar weken over doen. Meestal komen ze half september hier aan, maar nu zijn er nog niet veel. Komt dat door het mooie weer in de nazomer, waardoor ze geen haast hadden te vertrekken? Het kan ook iets anders zijn: als rotganzen veel jongen hebben, vertrekken ze later uit het broedgebied. Als daarentegen veel nesten mislukken, kunnen de kuikenloze ouders al vroeg wegtrekken. Dus wie weet is dit een goed broedjaar voor de rotgans! Binnen een paar weken zullen ze wel hier zijn en is hun ‘rot-rot’-gegak weer te horen. Rotganzen overwinteren in ons land aan de kust, waar ze bij laagwater voedsel zoeken op zee en bij hoogwater grazen en rusten op weilanden en akkers.

Bovenop bladeren bomen en struiken, bijvoorbeeld klimop, kun je nu het groen kaardertje tegenkomen. Je moet wel een scherp oog hebben om dit spinnetje te spotten: ze zijn helemaal groen en bovendien maar drie tot vijf millimeter groot. Toch is hij de reus van de familie, andere kaardertjes worden maar half zo groot! Het groen kaardertje spint een klein, wollig nestwebje bovenop een blad. Dat wollige spinsel en hun kamvormige spintepel geeft ze hun naam, naar het kaarden van wol. Vanuit hun nest spinnen ze vangdraden over het blad, waarin ze vliegen vangen die een stuk groter zijn dan zijzelf.         

Tekst: Nienke Lameris, Nature Today
Foto’s: Luc Hoogenstein, Saxifraga; Martin Cooper, Flickr