Natuurjournaal 8 juni 2023

Het is alweer een week juni, tijd voor de junikevers. Het zijn redelijk grote kevers van bijna twee centimeter. Als larve leven ze onder de grond, en in juni komen ze allemaal tevoorschijn. Ze zijn familie van de meikever, waar ze ook wel wat op lijken. Maar junikevers zijn kleiner en hebben langere, grijze haren. Bovendien zie je de meikever vooral in mei natuurlijk. Rozenkevers zijn nu wel te zien. Die zijn ietsje kleiner dan de junikever, en hebben een glimmend zwarte kop en poten.

Op redelijk natte plekken in de schaduw kan je nu de bijzondere bloemen van groot springzaad vinden. De grote, gele bloemen hangen aan een dun steeltje los onder de bladeren. Aan de binnenkant zijn ze gekleurd met kleine donkerrode stipjes. De achterkant van de bloem loopt smal en krom toe. Dat heet de spoor, en daar zit de nectar in. Hommels moeten helemaal de bloem in kruipen om erbij te komen. Groot springzaad komt vooral voor in het rivierengebied en laagveengebieden, ook in Twente, de Achterhoek en Zuid-Limburg. De naam dankt de plant aan de zaden: als die rijp zijn, springen ze weg.

Tekst: Nienke Lameris, NatureToday.nl
Foto’s: Frits Bink, Saxifraga; Jan-Willem Jongepier, Saxifraga