Natuurjournaal 24 juni 2022

Het zoemt weer om je hoofd deze tijd van het jaar. Na de grote meikevers was het de afgelopen twee weken de beurt aan de kleinere junikevers. Ze lijken veel op meikevers, maar zijn een stuk kleiner en worden net geen 2 centimeter. Ze missen ook de witte driehoekjes onder de vleugelrand. Verder zijn ze vooral (licht)bruin en sterk behaard. De larve van de junikever, die net als bij enkele andere soorten kevers engerling heet, leeft ondergronds en eet plantenwortels. Tegen de avondschemering en bij warm weer gaan de kevers zwermen. Het zijn alleen de mannetjes die vliegen. Als je geluk hebt, kan je dan diverse soorten vogels op de kevers zien jagen. Daarvan is de boomvalk het spectaculairst. Misschien heb je geluk?! Zo niet, de kevers zelf zijn ook zeker de moeite van het bekijken waard.

Lieveheersbeestjes leggen vele honderden eieren. Ze doen dat op de plant waar de rups voedsel kan vinden. Het voedsel bestaat uit bladluizen, net als bij volwassen lieveheersbeestjes. In beide stadia zijn het dus goede luizenbestrijders. De larve van een lieveheersbeestje is 1 tot 1,5 centimeter groot en ziet eruit als een kleine zwarte rups met zes pootjes. Ze hebben oranje stippen of twee oranje lengtestrepen en veel borstelige plukjes haar. Afhankelijk van de soort komen ook wel andere kleuren voor. In de verste verte lijkt de larve niet op een volwassen lieveheersbeestje. Na een aantal vervellingen hechten ze zich aan een blad en zie je alleen nog een oranje-zwart bolletje. Ga op zoek naar luizen en je zal de poppen kunnen vinden. 

Tekst en foto’s: Mike Hirschler, IVN