Systeemgerichte bestrijding van de Westerse karmozijnbes
Stichting BargerveenUitdagingen in de bestrijding
Er is nog weinig bekend over de bestrijding en/of eliminatie van de Westerse karmozijnbes (Phytolacca americana). De soort kan in zijn natuurlijke verspreidingsgebied ook een plaag vormen, vooral in verstoorde gebieden. In landbouwgebieden wordt de soort dan vaak bestreden door het gebruik van gif (glyfosaat) of het omploegen van de bodem. Ook zijn er beschrijvingen van het handmatig verwijderen van de soort waarbij het er op aankomt om zoveel mogelijk van het wortelstelsel te verwijderen of de soort frequent te maaien. Wanneer het maaien gebeurt in het late najaar zorgt dit voor minder hergroei in het daaropvolgende voorjaar door het uitputten van de wortels en het verhinderen van late zaadzetting. Helaas leiden deze methoden vaak niet tot volledige eliminatie van de soort, en de effectiviteit neemt af wanneer het te behandelen oppervlak groter is. Vrijwel altijd groeit de soort binnen één of enkele jaren weer even sterk uit.
Strategieën en benaderingen
In dit geval is beheersen van de Westerse karmozijnbes een optie. Bij het beheersen van een invasieve exoot gaat het om het beperken van de schade en de uitbreiding van de soort. Traditioneel kan dit beheer bestaan uit het eerder genoemde maaien of het afdekken van de soort met zeil. Echter, als er natuurwaarden bedreigd worden, dan is periodiek bestrijden van de karmozijnbes minder zinvol en vaak kostbaarder. Beter kan dan ingezet worden op het stabiliseren van de besmetting op een laag niveau. Dat kan door de aanwezigheid van de soort terug te dringen, de abiotiek indien mogelijk te herstellen en vervolgens concurrenten te introduceren die passen bij de standplaatscondities van het ecosysteem.
Systeemgerichte bestrijding
Deze bovengenoemde duurzame aanpak wordt systeemgerichte bestrijding genoemd en bestaat uit drie opvolgende stappen. De eerste stap in deze aanpak is het doorbreken van de dominantie van de Westerse karmozijnbes. Wanneer de karmozijnbes dichte monoculturen vormt, is het essentieel om de dominantie van deze soort te doorbreken, zodat inheemse soorten weer de kans krijgen om zich te vestigen in de eerder besmette habitats. Voor het verwijderen van de karmozijnbes wordt aanbevolen om de besmette gebieden uit te graven, waarbij zowel de bovengrondse als ondergrondse biomassa wordt verwijderd.
De tweede stap richt zich op het identificeren en aanpakken van de bronnen van verstoring en vermesting. Hoewel het niet altijd gemakkelijk is om verstoring en vermesting terug te dringen, kunnen zelfs kleine inspanningen helpen. Het is bekend dat de Westerse karmozijnbes dominantie kan bereiken onder omstandigheden van verhoogde stikstof- en fosfaatniveaus. Eerdere studies hebben aangetoond dat onverstoorde bosbodems beter bestand zijn tegen de dominantie van de karmozijnbes. Het verminderen van voedselrijke bodems, het afkoppelen van natuurgebieden van nutriëntenrijke watertoevoer en het uitrasteren van vee behoren tot de mogelijke maatregelenin deze stap.
De derde stap is gericht op het stimuleren van inheemse plantensoorten om de hergroei en dominantie van de karmozijnbes te voorkomen. Onderzoek heeft aangetoond dat de karmozijnbes profiteert van voedingsstoffen, open ruimtes en hoge lichtbeschikbaarheid. Het introduceren van inheemse vegetatie kan helpen om de soort onder controle te houden. Dit wordt al toegepast in de landbouwsector in Noord-Amerika, waar voormalige standplaatsen van de karmozijnbes worden beplant met gewassen zoals alfalfa of andere hooiachtige vegetatie.
Vervolgonderzoek
Door het toepassen van deze duurzame aanpak kan de Westerse karmozijnbes beheerst worden en kan de schade aan inheemse habitats beperkt worden, terwijl de biodiversiteit tegelijkertijd bevorderd wordt. Momenteel wordt de systeemgerichte bestrijding nog niet toegepast tegen de Westerse karmozijnbes in Nederlandse natuurgebieden. Wel denken wij dat deze methode veelbelovend is voor deze soort. Om deze systeemgerichte aanpak verder uit te breiden, zijn we op zoek naar locaties waar de Westerse karmozijnbes ook als probleem wordt ervaren. We zouden deze casussen graag bezoeken als onderdeel van vervolgonderzoek. Hiervoor kun je contact opnemen met Janneke van der Loop.
Tekst: Janneke van der Loop, Stichting Bargerveen
Foto's: Kyle Hamar, Wikimedia Commons (leadfoto: Westerse karmozijnbes); Huw Williams, Wikimedia Commons; Ryan Hodnett, Wikimedia Commons