Natuurjournaal 5 april 2023

Pimpelmezen zijn echt liefhebbers van nestkasten, en ze broeden bij veel mensen dus in de tuin. In het bos zoeken ze een boomholte op. De eerste paartjes zijn nu aan het broeden. Ongeveer twee weken duurt het, dan komen de eieren uit. Zo’n kleine pimpelmees zit op een groot legsel, wel zeven tot dertien eieren! Daarna is het flink aan de bak om insecten, rupsen, spinnen en andere beestjes te vangen om al die snaveltjes te voeden. Intussen houden pimpelmezen de buurt goed in de gaten. Ze kwetteren erop los, en alarmeren als eerste als ze een kat zien die wel een kuikentje lust. Het broedseizoen is in volle gang, en je helpt de vogels door je kat nu (’s nachts) binnen te houden.

Struiken van de wilde gagel zien er nog kaal uit, zonder blad. Maar ze beginnen nu wel te bloeien. De ongeopende mannelijke katjes zijn bruinrood en worden meer oranje wanneer ze opengaan. De struiken zitten er helemaal vol mee, een mooi gezicht. Wilde gagel groeit op plekken die ’s winters onder water staan maar zomers droog zijn. Zoals in moerassen, langs waterkanten en in de duinen. Later verschijnen de kleine bladeren. Als je de plant van dichtbij bekijkt, zie je dat bladeren, takken en zelfs de bloemen bedekt zijn met kleine gele of rode klieren. Die verspreiden een sterke kruidige geur, een beetje als eucalyptus. Vroeger werd wilde gagel hierom gebruikt als vliegenverjager, maar ook als smaakmaker. Het was een van de ingrediënten van gruit, waarmee bier op smaak werd gebracht.

Tekst: Nienke Lameris, NatureToday.nl
Foto’s: Piet Munsterman, Saxifraga; Jan van der Straaten, Saxifraga