Het is aardbeientijd
De VlinderstichtingDe naam heeft de aardbeivlinder te danken aan de voorkeur van de rupsen. Die zitten op ganzeriken en andere nauw verwante soorten waartoe ook aardbei hoort. In ons land komt de aardbeivlinder maar hier en daar voor. De hoogste aantallen vind je in Zuidoost-Drenthe, in het Bargerveen, op de zuidelijke Veluwe en in de duinen van Zuid-Kennemerland. De aardbeivlinder staat als bedreigd op de Rode Lijst dagvlinders. De soort is zeldzaam en het gaat niet goed met deze voorjaarsvlinder. Verlies en versnippering van schrale milieus door ontginning, vermesting en (in heidegebieden) verzuring spelen hierin een belangrijke rol. In de tweede helft van de 20e eeuw is het voorkomen met de intensivering van het landgebruik gedecimeerd. De aardbeivlinder komt in veel verschillende leefgebieden voor, zolang de waardplanten (waar de rupsen op leven) in een open vegetatie met warm microklimaat groeien. De vlinder vliegt in mei en foerageert op allerlei lage kruiden en vroeg bloeiende bramen.
De aardbeivlinder komt voor in allerlei schrale milieus: van kalkgraslanden tot heide, heischraal grasland en hoogveen en van duinen tot laagveen. Diverse ganzeriken, agrimonie en ook (dauw)bramen kunnen als waardplant fungeren. Op de zandgronden in Nederland gaat het vooral om tormentil en kruipganzerik. Droog (zoals in de duinen) of nat (zoals in Noordwest-Overijssel) maakt niet uit, wel de vegetatiestructuur. Die moet open en gevarieerd zijn, vaak met kale grond, zodat de omgeving van de waardplant voor de rupsen goed opwarmt. Er zijn kansen voor herstel van deze soort door natuurontwikkeling op voormalige landbouwgrond. Hier kan weer geschikt leefgebied ontstaan. De aardbeivlinder is een van de soorten van het project ‘Wild van Vlinders’ waarin Ark Natuurontwikkeling en De Vlinderstichting samenwerken voor behoud en herstel van de vlinderfauna in Zuidoost-Nederland. Zo zijn in Noord-Brabant en Limburg herstel van natte schraallanden in beekdalen en uitbreiding van kalkgrasland in groeves kansrijk voor de aardbeivlinder.
Tekst: Kars Veling & Michiel Wallis de Vries, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling
Kaart: NDFF
Trendgrafiek: Landelijk Meetnet Vlinders