Natuur krijgt grotere rol in ruimtelijke ordening
Vogelbescherming NederlandWater en bodem zijn sturend
Overstromingen, overtollig water door overmatige regenval, ongewenste verzilting: allemaal excessen die kunnen ontstaan wanneer het water- en bodembeheer níet op orde zijn. Het is hoog tijd om deze fenomenen niet door te schuiven naar de toekomst en af te wentelen op toekomstige generaties. In het coalitieakkoord van dit kabinet is dan ook opgenomen dat de regering van water en bodem ‘sturende principes’ wil maken in de ruimtelijke ordening. Jargon natuurlijk, dat enige uitleg verdient.
Jeffrey Brand, beleidsmedewerker Natuurlijke klimaatbuffers bij Vogelbescherming legt het uit: “In de waterwereld wordt vaak gesproken van ‘peil volgt functie’. Nu wordt dat omgedraaid. Dat betekent dat niet eerst wordt bepaald hoe een gebied gaat worden ingericht, maar dat gekeken wordt waarvoor het gebied het meest geschikt is.” Hij denkt dat beoogde nieuwe aanpak de natuur in Nederland ten goede kan komen. “Dit is een echte gamechanger.”
Bij de adviezen die aan de Tweede Kamer zijn gestuurd, wordt bij inrichting van het landschap voortaan eerst bepaald welk waterpeil het best past. Daarna wordt gekeken waar het gebied zich vervolgens voor leent. Water en bodem worden dus sturend. Natuur wordt zo dus al vroeg betrokken in het proces van de Nederlandse ruimtelijke ordening. En dat kan betekenen dat een locatie tóch niet geschikt blijkt om huizen te bouwen, maar een ander doel krijgt dat beter past bij het gebied.
Van vergiet naar spons
Jeffrey Brand: “Nederland moet van een vergiet weer een spons worden. Dit bereiken we alleen met een vitale bodem, die als een spons het water opneemt. Maar ook door het realiseren van voldoende buffer- en afvoercapaciteit. Daarbij streven we naar een veerkrachtig ecosysteem, dat beter opgewassen is tegen de extra verstoringen door klimaatverandering.”
In het licht van klimaatverandering wordt steeds duidelijker dat bodem- en waterbeheer van levensbelang zijn voor de toekomst. Drinkwater moet op natuurlijke wijze worden opgeslagen, het grondwaterpeil moet op orde zijn en rivieren moeten veilig buiten de oevers kunnen treden. Moerassen en natuurlijke ‘sponzen’ helpen ons tegen droogte en zijn bovendien leefgebied voor vele rietvogels.
Niet meer bouwen in laaggelegen gebieden
Een van de adviezen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat namens het kabinet is om niet meer te bouwen in de meest laaggelegen polders en in de uiterwaarden geen nieuwe bebouwing toe te staan. Zo ontstaan er grotere gebieden met ‘zachtere’ land-water overgangen. Dat is zowel veiliger, als interessanter voor natuurontwikkeling. En hier kunnen vogels dus ook van profiteren. Uiterwaarden bieden niet alleen bescherming tegen hoogwater van de rivieren, ze kunnen ook een mooi foerageergebied vormen voor bijvoorbeeld de machtige zeearend.
Meer dan een regenton!
Behalve kansen voor natuur staan er in de brief van het kabinet ook plannen die niet goed kunnen uitpakken voor de natuur. Het IJsselmeergebied wordt vooral neergezet als zoetwatervoorziening en dat is logisch, want voldoende zoet water is voor ons allemaal van levensbelang. Er is wel een keerzijde, meent Jeffrey Brand: “Het IJsselmeer wordt te vaak alleen als een regenton gezien. Daarmee doen we het grootste zoetwatermeer van West-Europa tekort. Het waterpeil in het meer wordt kunstmatig in stand gehouden en dat is tegenstrijdig met de natuurlijke omstandigheden.”
Een bedreiging voor het IJsselmeerwater als zoetwatervoorziening is een stijging van het zoutgehalte. Deze verzilting ontstaat onder andere door opkomend brak grondwater en door indringend zeewater. Een van de maatregelen die het ministerie wil nemen om het zoete water zoet te houden, is zorgen dat er minder zout water kan binnendringen door de schutsluizen en de spuisluizen in de Afsluitdijk minder vaak te openen. En daar kunnen wel nadelen aan kleven voor onder meer visetende vogels. Want minder doorstroming van en naar het IJsselmeer zorgt voor minder vismigratie en dus ook minder geschikte vis voor viseters als visdieven en aalscholvers.
Er zijn dus nog wel wat slagen te maken. Maar het is goed nieuws dat de politiek serieus werk maakt van dit onderwerp. Komend jaar gaat het Rijk met andere overheden zoals provincies in gesprek. Maar niet voor niets spreekt Jeffrey Brand spreekt van een gamechanger. 'Water en Bodem Sturend' is een belangrijk uitgangspunt voor de inrichting van Nederland, waar mens en natuur én dus ook vogels kunnen profiteren.
Tekst: Marc Scheurkogel, Vogelbescherming Nederland
Foto's: Geurt Besselink (leadfoto: De Onlanden); Marc Scheurkogel; Natuur en Milieu Overijssel; Jan Lok