Natuurjournaal 3 februari 2023

Zeetrektellers kijken welke vogels er over zee vliegen. Zij houden van onstuimig weer met westenwind. Veel zeevogels komen namelijk niet vaak in de buurt van de kust, maar worden er door harde wind wel naartoe geblazen. Zo zijn er in januari veel drieteenmeeuwen gezien, en wie weet blaast de west- en noordwestenwind er dit weekend nog meer naar ons toe. Drieteenmeeuwen lijken op stormmeeuwen, maar hebben helemaal zwarte vleugelpunten. Jonge drieteenmeeuwen hebben een kenmerkende W-vormige tekening op de vleugels en een zwarte nekband.

In dit seizoen over zee turen is ook een goede manier om een bruinvis te spotten. Bekende plekken zijn de zeepieren van IJmuiden, Katwijk en Scheveningen. Met wat geduld lukt het je daar om een kleine rugvin tussen de golven te zien. Dat klinkt misschien niet spectaculair, maar je hebt dan wel een glimp opgevangen van de enige walvisachtige die het hele jaar ‘bij ons’ in de Noordzee zwemt! Per dag moet een bruinvis vijf kilo vis vangen, ongeveer een tiende van zijn lichaamsgewicht. Zo groot zijn ze namelijk niet: 1,35 tot 1,90 meter lang. Het zijn dan ook niet de grootste roofdieren van onze Noordzee. Dat is de grijze zeehond, waarvan de mannetjes ruim twee meter lang kunnen worden en zo’n driehonderd kilo wegen.

Tekst: Nienke Lameris, NatureToday.nl
Foto’s: Rik Kruit, Saxifraga; Ben P., Wikimedia Commons