Hoe was het vlinderjaar 2022?
De VlinderstichtingWinnaars en verliezers
2022 was het slechtste jaar sinds 1990 voor de kleine vuurvlinder, en een van de slechtste voor koevinkje, argusvlinder, zwartsprietdikkopje, landkaartje, grote parelmoervlinder, groot dikkopje, duinparelmoervlinder, bruine eikenpage, gentiaanblauwtje, kleine heivlinder, veenbesblauwtje en veenbesparelmoervlinder. Maar het was ook een slecht jaar voor de habitatrichtlijnsoorten donker pimpernelblauwtje (zie leadfoto) en grote vuurvlinder. 2022 was juist een van de beste jaren voor kleine ijsvogelvlinder, bont zandoogje, keizersmantel, grote vos en iepenpage, allemaal bosvlinders. Ook klaverblauwtje en oranje luzernevlinder werden lokaal veel gezien.
Nieuwe plekken
De veldparelmoervlinder dook in de duinen bij Oostvoorne en op Goeree-Overflakkee op meerdere plekken tegelijkertijd op. Het is onwaarschijnlijk dat dit een spontane vestiging betrof. De eieren worden namelijk in één klomp afgezet waardoor je maar op één plek nakomelingen zou verwachten. Hoe de soort er dan is terechtgekomen zullen we wellicht nooit weten. De kleine weerschijnvlinder klopt op onze deur in Zuid-Limburg en is daar ook dit jaar weer meerdere keren gezien. Deze soort profiteert van de klimaatopwarming, en heeft zich al jaren uitgebreid in België. We verwachten de komende jaren een keer een vestiging.
Sombere berichten
Weer verloren we populaties van het gentiaanblauwtje. Hoeveel zijn er nog over tien jaar? De grote vuurvlinder werd opvallend weinig gezien in de Rottige Meenthe. Gaat deze populatie verdwijnen, net als die in de Wieden twintig jaar geleden? Dan zouden we nog maar één populatie over hebben. Er waren nog maar een paar waarnemingen van de kleine heivlinder op het Kootwijkerzand. Het zou goed kunnen dat 2022 het laatste jaar was voor deze soort in ons land. Daarmee zou deze vlinder uit heel Noordwest-Europa verdwenen zijn.
Bijzonderheden
In de zomer kregen we een klein invasiegolfje van de bosrandparelmoervlinder, voor zover bekend allemaal mannetjes. Deze soort duikt met zekere regelmaat in Nederland op, maar weet zich (nog?) niet te vestigen. De braamparelmoervlinder krijgt inmiddels wel vaste voet in het zuiden van ons land, maar de waarneming in Bloemendaal (NH) is toch wel een eind buiten de verwachte verspreiding. Het dambordje wordt steeds vaker gemeld. Een echte uitbreiding, of worden ze vooral meer gezien omdat er meer gekeken wordt? Het dwergblauwtje lijkt goed in staat om populaties van wondklaver op te sporen, en plant zich nu voort op meerdere plekken in Zuid-Limburg. Het kaasjeskruiddikkopje wist de Westerschelde over te steken. We verwachten nu een snelle uitbreiding in de Delta. Bijzonder was ook de ontdekking van een nog niet bekende populatie van het veenhooibeestje in Drenthe. Deze bevindt zich op particulier terrein en was daarom nooit eerder ontdekt. De locatie kan niet bezocht worden.
Tekst en foto’s: Chris van Swaay, De Vlinderstichting (leadfoto: donker pimpernelblauwtje)