Bles- en meetwerk voor duurzame houtoogst én een vitaler en diverser bos
BosgroepenIn de herfst- en wintermaanden vinden er veel werkzaamheden plaats in de Nederlandse bossen. Het broedseizoen is voorbij en er kan gesnoeid en gedund worden waar nodig of gewenst. Dunningen zijn erop gericht om een streefbeeld dichterbij te brengen. Dit kan bijvoorbeeld een ecologisch streefbeeld zijn in de vorm van een gemengd bos met rijkstrooiselsoorten en zo min mogelijk exoten. Het streefbeeld kan ook financieel van aard zijn, door in te zetten op mooie rechte stammen met een takvrije onderstam voor toekomstige houtoogst. Of een combinatie, wat vaak het geval is. Bomen die bij het streefbeeld passen, krijgen extra ruimte en noemen we ook wel toekomstbomen. Daarnaast wordt bij een dunning ook gekeken naar bomen die een gevaar opleveren, wanneer ze bijvoorbeeld zwak of dood zijn en te dicht op een voet- of fietspad staan. Na de dunning is er meer ruimte voor jonge aanwas en eventuele aanplant van een menging van soorten.
Duurzame houtoogst
Jim Crets is ruim acht jaar beheerder bij Bosgroep Midden Nederland. Voor verschillende leden van de Bosgroep, waaronder particuliere landgoedeigenaren, verzorgt hij het beheer en onderhoud van bos. Structureel, volgens een meerjarig beheerplan, of sporadisch, zoals bij een individuele dunning. Hij is goed bekend met de verschillende terreinen. Jim: "Zoals bij veel particuliere landgoederen is ook hier de selectieve houtoogst een belangrijk onderdeel van de financiële duurzaamheid van het landgoed. Onderhoud van paden, veiligheidschecks (VTA’s) van bomen, algemeen beheer en andere zaken kunnen niet alleen vanuit een beheersubsidie bekostigd worden, waardoor de verkoop van het hout een belangrijke inkomstenbron is. Door toenemende drukte in het bos, en door de recente droogte en stormen, kost het onderhoud van een bos steeds meer geld. Het hout van deze dunning levert iets op voor de eigenaar en het krijgt straks een mooie bestemming, afhankelijk van soort en kwaliteit."
Vitaler en diverser bos
"Daarnaast sturen we met de dunning op een diversiteit aan boomsoorten," gaat Jim verder. "Je kunt bijvoorbeeld inheemse bomen, bomen met flinke rechte stammen, of aansprekende bomen bevoordelen – vrijzetten – en de dynamiek en diversiteit van het bos vergroten. De bomen op dit landgoed, en eigenlijk in de meeste Nederlandse bossen, zijn grotendeels rond dezelfde tijd aangeplant. Veel beuken in dit bos zijn rond de zeventig tot honderd jaar oud en ze worden steeds minder vitaal, of ze sterven. De douglasspar heeft moeite met natuurlijke verjonging, omdat de Amerikaanse eik hier erg invasief is. Door regelmatige dunningen en door lokaal in te zetten op een nieuwe generatie jongere bomen met een grotere diversiteit, zorgen we ervoor dat het bos bos blijft. Een gezond bos houdt ook meer CO2 vast. Een dunning vindt meestal eens in de vijf à zes jaar plaats.’
Eerst blessen en meten
Eerder schreven we al een artikel over blessen – het markeren van bomen – en wat de verschillende markeringen betekenen. Voorafgaand aan het dunnen worden de percelen eerst geblest. Tijdens het blessen wordt bepaald:
- Welke bomen worden bevoordeeld en welke worden verwijderd
- Waar eventuele verjongingsgaten en open plekken komen
- Hoe en in welke mate menging, boomsoortensamenstelling en structuur worden versterkt
Het blessen is daarmee één van de belangrijkste maatregelen bij het bosbeheer. Tijdens het blessen worden de keuzes gemaakt en wordt het streefbeeld gerealiseerd. Er wordt daarom altijd geadviseerd om het blessen uit te besteden aan een deskundige.
Jim: "Op dit landgoed, met een multifunctioneel bos, nemen we deze dagen in totaal ruim 25 hectare bos door. Het bos varieert van een gemengd bosvak met bijvoorbeeld veel Amerikaanse eik en beuk, tot stukken met voornamelijk douglasspar, van oudsher geplant voor productie van hout. We lopen de vakken één voor één door en markeren bomen die gedund kunnen worden oranje, en bijvoorbeeld habitat- of horstbomen met een roofvogelnest groen. Zo kan de aannemer ook rekening houden met de velrichting van een boom die wel gezaagd wordt, zodat die habitatbomen of horstbomen, inclusief bewoners, geen gevaar lopen."
Natascha de Vreede, leerling beheerassistent, loopt mee met Jim en draagt ook blesverf, boomklem en meetlint plus een hoogtemeter bij zich. Natascha: "Met de boomklem, voor de dikte van de boom, en het meetlint met de hoogtemeter voor de hoogte van de boom, kan het volume van zo’n boom per kuub worden berekend. Dat voeren we in en zo zie je wat de houtopbrengst van die dunning ongeveer gaat worden. De gebleste bomen worden op stam verkocht. Het is heel belangrijk dat wij van tevoren goed met de aannemer communiceren over de te vellen bomen en de bescherming van andere bomen. Daar hebben we allerlei middelen voor. Naast het blessen voeren we ook belangrijke aandachtspunten in een GIS-systeem in, zodat de aannemer tijdens de werkzaamheden een kaart met deze aandachtspunten tot zijn beschikking heeft."
Flora- en faunacheck
Jim: "Vlak voor de dunning doen we nog een extra flora- en faunacheck volgens de ‘gedragscode soortenbescherming bosbeheer’. We lopen alle bosvakken door en zetten bijvoorbeeld aanwezige dassenburchten en holtebomen af met rood-wit lint. Zo blijven ze beschermd en komt er geen machine of vallende boom in de buurt. Tijdens de werkzaamheden gebruikt de aannemer zoveel mogelijk de bestaande dunningspaden. In vakken waar deze niet aanwezig zijn, geven we aan waar de machines mogen rijden."
Tekst: Bosgroepen
Foto’s: Marjolein den Hartog, Bosgroepen