Twee oude vogels, twee bezielde beschermers
Vogelbescherming NederlandWe weten allemaal dat de grutto het niet gemakkelijk meer heeft in Nederland. Ze gaat jaarlijks fors achteruit in aantal. We koersen in dit tempo zelfs af op lege weilanden zónder grutto’s. Maar, er is altijd hoop, zegt Astrid Kant. “Nieuwe gruttokuikens weten de laatst overgebleven natte, bloemrijke weilanden te vinden. Waar nog water in de greppel zit en waar nog een paar grutto’s broeden, komen de anderen erbij. Je krijgt nu minder gruttoboeren, maar meer grutto’s per boer.”
Astrid beschermt al tientallen jaren grutto’s in de Vijfheerenlanden, een gebied in de provincie Utrecht, ten zuiden van de Lek. Ze heeft van Vogelbescherming de Gouden Lepelaar gekregen voor dit belangrijke werk. In het naastgelegen gebied onderzoekt en beschermt Jouke Altenburg, medewerker van Vogelbescherming, sinds 2009 in zijn vrije tijd boerenzwaluwen, maar hij is ook betrokken bij de weidevogels.
Astrid, waarin zit de hoop in deze voor grutto’s barre tijden, wat zijn de succesfactoren?
“Ik doe het grutto-onderzoek al 35 jaar, dus die boeren kennen mij goed. Ik trek kalveren uit koeien, ik breng oma naar de kerk, ik heb toegangscodes van hekken, ik hoor er zo’n beetje bij. Ze zeggen hier: ‘als je grutto’s hebt, dan komt Astrid vanzelf’. De boeren vinden het ook leuk, die vangen mee als we gaan ringen. Ze weten dat ze mij er blij mee maken, maar ze maken zichzelf ook blij. Ze krijgen mails waar zo’n kuiken zich vestigt, noemen het kuiken naar de dochter. Zo wordt het persoonlijk. Dan krijgen ze sympathie voor de vogels en zijn er zuinig op. Successen voor de grutto komen voort uit gedrevenheid, passie en bovenal… mensenwerk.”
“Samen kijken we wat we voor een veldje kunnen verzinnen om grutto’s te helpen. Bijvoorbeeld op de Achterdijk bij boer Willem, waar de Jouke-vogel broedt. Ik stelde voor er een zonnepomp te plaatsen en Willem heeft nou wel zin om het inderdaad blank te zetten, zodat ze meer eten vinden. Maar grutto’s kunnen niet in water broeden, dus hebben we ook land nodig van de boer ernaast. Die zei ‘ja, maar dan ga jij die nesten opzoeken’. Prima. Zo werkt het.”
Wacht even, de ‘Jouke-vogel’, zeg je?
“Ja, dat is een grutto-man van minimaal 14 jaar (gemiddeld worden grutto’s zo’n 8 tot 9 jaar, met uitschieters omhoog) die ik als volwassen vogel heb geringd, dus hij kan ouder zijn. Het is de lievelingsgrutto van medebeschermer Jouke, vandaar ‘de Jouke-vogel’. In 2020 had Jouke had er zorgen om, dat hij al vijf jaar geen jongen groot had gekregen, maar dit jaar is het gelukt! Ik zag hem op een paal zitten en ringde zijn twee grote kuikens in het land. Een aantal weken later zaten die bij slot Loevestein en nu kunnen ze in Senegal zitten. Dat gaat zo hard. En er is niemand die het ze uitlegt, hoe ze moeten vliegen.”
Jouke, hoe zit het met die Jouke-vogel?
Jouke Altenburg: “Nou, ik noem deze grutto zelf Red 5 Yellow Red Red Blue, dat is zijn ringcode. Ik volg die krasse knar al zo lang. Ik ben blij dat hij dit jaar niet voor niks dat hele stuk heeft gevlogen en er jongen zijn groot geworden. Ik heb altijd een geluksmoment als onderzoeker en vriend René Faber me vanuit Valencia appt dat hij hem in februari weer heeft gezien, tijdens zijn vaste tussenstop. En ik stuur René natuurlijk een appje als Red 5 Yellow Red Red Blue weer in de uiterwaarden bij de Lek zit in het voorjaar. Mooi hoe vogels mensen verbinden.
Maar niemand zal het kleine pootringetje van vrouwtje roze-wit in het buitenland aflezen. Dat kan alleen in de stal, op haar nest.”
Vrouwtje roze-wit?
“Vrouwtje roze-wit is één van de oudste boerenzwaluw-vrouwen die mijn kompaan Theo Boudewijn en ik volgen. Nog een anekdote over een oude vogel dus. Ze is minstens 8, maar ze was volwassen toen we haar ringden, dus ze kan ouder zijn. Slechts één op de grofweg 6.000 boerenzwaluwen wordt ouder dan 8 jaar. Bijzonder.”
“Sinds ze kleurringen heeft weten we veel van vrouwtje roze-wit. Ze kwam in 2022 vroeg terug en nam een mannetje op sleeptouw, dat in een stal drie kilometer verderop zat. Dat is opmerkelijk, want mannen hebben geïnvesteerd in kennis van hun territorium en daar doen ze niet makkelijk afstand van. Maar deze man koos toch voor vrouwtje roze-wit. Er zijn uiteindelijk vijf jongen gezond uitgevlogen.”
“Alle kennis hebben we trouwens ook te danken aan de andere ringgroepen. Sinds 2019 volgen ringers in Zuidoost-Friesland, Twente, de Bollenstreek en West-Betuwe de paarvorming en het broedsucces van individueel herkenbare boerenzwaluwen. En dank aan de eigenaars van de erven. Want we komen daar wekelijks op de gekste tijden van de dag, soms om 5.00 uur ’s morgens en dat vinden ze allemaal maar goed.”
Astrid en Jouke; kan het zo zijn dat juist oude vogels succesvol broeden omdat ze meer ervaring hebben?
Astrid: “Oude grutto’s zijn wat standvastiger, ze kennen het klappen van de zweep. Ze komen binnen, gaan paren, hebben gelijk een goede nestplek en beginnen met broeden. De jongen zwerven, proberen eens een plekje, of komen laat in Nederland aan. Zo verliezen ze vaak wat jaren, maar niet altijd. In Friesland hadden we een starter van nog geen jaar die al succesvol broedde. Veel weten we eigenlijk nog níet, maar het ringen leert ons meer.”
Jouke: “Je ziet wel dat minder ervaren broedvogels het kunstje nog moeten leren. De ervaren vogels doen het goed, maar bij langlevende soorten treden soms verouderingseffecten op. Boerenzwaluw-vrouwen hebben sowieso een wat lagere overleving dan mannen. Dat is logisch als je ziet wat zo’n vrouwtje in het broedseizoen doet. Onvoorstelbaar: als ze twee legsels heeft, legt ze haar eigen lichaamsgewicht aan eieren! Zij is ook nog degene die broedt en vaak het meeste voert.”
Wat gaat er dan door je heen Jouke, als je ziet dat die oude boerenzwaluw-vrouw – die je al zo lang kent – nog leeft en een nieuwe generatie jongen groot krijgt?
“Het is gewoon een powerwoman, ik bewonder haar. Het zijn niet mijn vogels, ze zijn van zichzelf en ik mag ze bestuderen. Maar ik ben haar nu al weken kwijt – na het eerste legsel heb ik haar niet meer gezien – en ik ben haar zelfs op de omringende erven gaan zoeken. Ik spring een gat in de lucht als ik haar weer zie.”
Vecht mee!“Wees geen toeschouwer, maar doe iets. Vecht mee!” zegt Astrid Kant. En dat kan, iedereen die wat wil betekenen voor vogels en hun leefgebieden kan bijdragen op een manier die past. Word lid van een vogelwerkgroep in uw buurt en ga mee vogels tellen en ringen, word Tuinvogelconsulent en leer mensen hun tuin op een natuurvriendelijke manier inrichten of word Stadsvogeladviseur en adviseer gemeenten bij het vogelvriendelijk inrichten van dorp of stad. Inzet is aanstekelijk en alles helpt! |
Tekst: Jeanet van Zoelen, Vogelbescherming Nederland
Foto's: Jouke Altenburg; Astrid Kant; Annette van Berkel