Natuurjournaal 11 augustus 2022

Gaasvliegen zijn eigenlijk geen vliegen, maar behoren tot de netvleugeligen. En dat is te zien: je kan door de vleugels heen kijken. Het zijn tere beestjes. Ze worden ongeveer anderhalve centimeter lang en zijn groen. Het zijn nuttige dieren, want de larven eten graag bladluizen, die zuigen ze leeg. Daarom worden ze veel in kassen gebruikt als biologische bestrijder van bladluizen. De volwassen gaasvliegen eten ook wel eens bladluizen, maar vooral stuifmeel en nectar. Er zijn meerdere soorten gaasvliegen. Nu vliegen ’s avonds onder andere de groene gaasvliegen, ook goudoogjes genoemd. Als je er eens eentje treft, let dan eens op de ‘gouden ogen’, heel bijzonder.

Onder een mooi lijnenspel van bruine kronkels zit iets roods verborgen. Dit is een rood weeskind. Het is een nachtvlinder die overdag rustend te vinden is op bomen en muren. De rupsen zijn ook alleen ’s nachts actief. Overdag houden ze zich schuil tussen de bast van wilgen en populieren, en als het donker is eten ze van de bladeren. In rust is het rood weeskind een mooie vlinder met tinten bruin. Maar als er gevaar is, dan worden de voorvleugels gestrekt en komen knalrode achtervleugels tevoorschijn, voorzien van twee zwarte banden en een witte eindrand. Genoeg voor predatoren om van te schrikken. De naam heeft de vlinder er ook aan te danken: weeskinderen in het burgerweeshuis in Amsterdam hadden rood met zwarte kleren aan. De nachtvlinders zijn in dit jaargetijde heel actief. Als je buiten zit met de lampen aan is de kans groot dat je er eentje ergens tegen een muur treft.

Tekst en foto’s: Mike Hirschler, IVN