Uitvliegende laatvliegers in Wageningen
ZoogdierverenigingVan de Nederlandse vleermuizen is de laatvlieger met een spanwijdte van zo’n 35 centimeter een van de grotere soorten. Het is een typisch gebouwbewonende soort die daardoor ook veel in stedelijk gebied rondvliegt. De hoogfrequente geluiden voor echolocatie zijn door het tapdance-ritme goed te herkennen met een batdetector. Laatvliegers worden vaak nachtelijk foeragerend waargenomen, maar verblijfplaatsen zijn een stuk lastiger op te sporen. Deze soort vliegt namelijk iets later uit - vandaar de naam - dan enkele andere soorten. Daarnaast keert de laatvlieger vooral eerder terug naar de verblijfplaats. Dat komt omdat het voedsel in de zomer bestaat uit grote insecten. Als ze hiervan voldoende gevangen hebben, hoeven ze niet tot het ochtendgloren te foerageren. Terwijl kolonies bij zonsopkomst vaak eenvoudiger gelokaliseerd kunnen worden. Des te leuker is het dat bij een inventarisatie door de lokale vleermuiswerkgroep in Wageningen toch rond zonsopkomst een aantal zwermende laatvliegers bij een appartementencomplex is gevonden. Bij een opvolgende uitvliegtelling in de avond zijn maar liefst 41 uitvliegende laatvliegers geteld.
Uitvliegende laatvliegers. Het geluid van de uitvliegende dieren is hoorbaar gemaakt met behulp van een batdetector (Bron: Taric Schrader)
Kraamkolonies
Het vinden van een vleermuiskolonie kan op verschillende manieren. Het zwermen in de ochtend is een eenvoudige methode. De vleermuizen vliegen dan enige tijd rond de invliegopening voordat ze naar binnen kruipen. In de avond kan je uitvliegende dieren terugvolgen naar hun verblijfplaats: een beetje zoals het vinden van de bron van een beekje. Dit is al een stuk lastiger en werkt het beste bij een bekende verblijfplaats of bij grotere aantallen vleermuizen. Hiernaast zijn er andere indicatoren die kunnen helpen in de zoektocht. Bijvoorbeeld het aantreffen van vleermuiskeutels op de grond, vensterbank of tegen de muur. De laatvliegers bij de uitvliegtelling waren een kwartier voor het uitvliegen druk met elkaar aan het babbelen in de spouw, wat met een batdetector goed te horen was. Als je zoiets hoort bij een gebouw, is het dus de moeite waard om daar nog wat langer te blijven staan om te kijken of er dieren uitvliegen.
Kersverse moeders
De vrouwtjes zitten in de zomer grotendeels gescheiden van de mannetjes. Ten tijde van de uitvliegtelling hadden de vrouwtjes net hun jongen geworpen, waarbij ieder vrouwtje maximaal één jong krijgt. Later in het seizoen vliegen de jongen ook mee, dus hopelijk kunnen we in Wageningen binnenkort een uitvliegtelling van 41 kersverse moeders met 41 pups verwachten.
Tekst: Taric Schrader, Vleermuiswerkgroep KNNV Wageningen e.o.
Foto’s: Paul van Hoof (leadfoto: laatvlieger)
Video: Taric Schrader