Natuurjournaal 6 juli 2022

De koningsvaren is een algemene varensoort in Nederland. De grote, groene planten zijn vooral te vinden op vochtige en schaduwrijke plekken: in vochtige bossen, op moerassige plaatsen en aan slootkanten. Ze kunnen wel drie meter hoog worden en behoren daarmee samen met de adelaarsvaren tot de grootse varens in ons land. Bij de meeste soorten varens zie je de sporendoosjes aan de onderkant van een blad zitten, als een poederig bruin rondje. De koningsvaren doet dat anders. Niet elk blad draagt sporen, maar er zijn speciale pluimen met de sporendoosjes. In sommige streken wordt hij dan ook wel pluimvaren genoemd. Als je deze bruine pluimen bekijkt met een loepje, is het net alsof je in een grote rechtopstaande tros minuscule druiven kijkt.

De zomer is de ideale tijd om veel insecten te zien. Vlinders, libellen en… sprinkhanen! Een soort die je in de tuin kan tegenkomen is de boomsprinkhaan. Of sprinkhaantje eigenlijk, ze worden niet langer dan anderhalve centimeter. Maar ze vallen wel op, want ze zijn fel lichtgroen. En waar kan je ze vinden? In bomen natuurlijk. Vooral eiken, hazelaars en beuken zijn geliefd. Daar wonen ze en jagen ze op kleine insectjes. De sprinkhaantjes hebben lange antennes en een opvallend geel oog. Vrouwtjes zijn te herkennen aan de vervaarlijke stekel aan het achterlijf. Dat is geen angel, maar een legboor om eitjes mee te leggen. Zie je een miniboomsprinkhaantje zonder grote vleugels? Dat is een nimf, een babysprinkhaan.

Tekst: Mike Hirschler, IVN; Nienke Lameris, NatureToday.nl
Foto’s: Mike Hirschler, IVN; Gilles San Martin, Wikimedia