Gulden sleutelbloemen tellen als graadmeter voor gezonde natuur
FLORON, Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW)Als de gulden sleutelbloem bloeit, dan is het voorjaar echt begonnen. Maar er is nog een andere boodschap: de bloemen vertellen ook iets over de natuur waarin ze groeien. En in heel Europa zijn mensen bezig om dit verhaal te ontrafelen. In Zuid- en Midden-Europa is de bloei eerder begonnen en er zijn inmiddels al bijna 20.000 sleutelbloemen bekeken.
De Europese graslanden zijn ecosystemen vol biodiversiteit die hier al sinds mensenheugenis voorkomen. Maar hoe gezond zijn onze graslandschappen? Het antwoord zit verborgen in die opvallend gele bloemen tussen het gras: gulden sleutelbloemen (Primula veris).
Het verschil: één of vijf puntjes
Gulden sleutelbloemen komen in twee typen voor. Als je in een sleutelbloem kijkt, zie je één klein puntje of vijf puntjes in het midden. Aan een plant zit steeds maar één type bloem. In het eerste geval gaat het om de lange vrouwelijke stijl van de bloem (L-type, de stijl is ‘long’). In het tweede geval zijn alleen de vijf mannelijke meeldraden zichtbaar en zit de korte stijl eronder (S-type, de stijl is ‘short’). Het S-type werd in 2021 het meest gezien in ons land.
Om met succes zaden voort te brengen, moeten sleutelbloemen van het L-type hun stuifmeel aan planten van het S-type overdragen, en omgekeerd. Die kruisbestuiving kan alleen plaatsvinden dankzij insecten, die in dit ingewikkelde ‘huwelijk’ de rol van koppelaar spelen. Op die manier kan de plant zichzelf niet bestuiven, en wordt genetische verarming voorkomen.
In sleutelbloempopulaties is de verhouding tussen planten van de beide bloemtypen gewoonlijk ongeveer 1 op 1. Als de verhouding scheef is, vermindert dat de kans dat de sleutelbloem een geschikte partner vindt. De verhouding tussen de twee typen bloemen kan ons dus iets vertellen over de gezondheid van de populatie. En dat is een goede graadmeter voor het hele ecosysteem, zo blijkt.
De informatie die we samen over de sleutelbloem verzamelen kan ons inzicht geven in het welzijn van deze en andere graslandsoorten. Onderzoekers van de Universiteit van Tartu in Estland kregen in eigen land interessante resultaten, en vragen dit jaar voor de tweede keer om hulp uit andere landen. In 2021 leverde dat namelijk heel interessante vondsten op. De waarnemingen uit Nederland zijn extra interessant, want we zitten helemaal aan de rand van het verspreidingsgebied van deze soort. En we hebben een druk en versnipperd landje.
Er zit iets scheef: resultaten 2021
In Nederland heb je vooral veel kleine populaties van gulden sleutelbloem, zeker in vergelijking met de uitgestrekte kustvelden van Estland. In kleine populaties verwachten we dat het voorkomen van de twee typen bloemen minder in balans is dan in grote populaties, omdat toevalsprocessen een grotere rol spelen.
Dit vinden we dan ook terug in de resultaten, Nederlandse populaties van gulden sleutelbloem bestaan gemiddeld uit 57 procent S-type en 43 procent L-type planten.
Uit de resultaten blijkt tevens dat populaties sleutelbloemen in stedelijke gebieden kleiner zijn en minder in balans dan in natuurgebieden. "Daaruit kun je afleiden dat mensen een negatieve invloed hebben", legt Marianne Kaldra, sleutelbloemonderzoeker aan de Universiteit van Tartu, uit.
Waar vind je ze?
In Nederland vind je gulden sleutelbloemen bijvoorbeeld in (kalk)graslanden in het zuiden, uiterwaarden in het oosten en de duinen in het westen. Sleutelbloemen zijn hier veel zeldzamer dan in andere landen. De Rode Lijst van Nederland vermeldt de soort als kwetsbaar. Door de teloorgang van hun leefgebied doen ze het steeds minder goed. De bloei duurt in totaal een paar weken, en met koud weer wat langer.
Je hoeft de bloem gelukkig niet te plukken om deze waarneming te kunnen doen. Pas ook op dat je niet op de plant trapt, en de kwetsbare vegetatie eromheen zo min mogelijk verstoort. Het is belangrijk om de regels van het (natuur)gebied te volgen. Bekijk tenminste tien en maximaal honderd verschillende planten, zoveel mogelijk verspreid over het terrein waar je ze ziet staan.
"Het gaat om wilde sleutelbloemen, bijvoorbeeld in de kalkgraslanden van Limburg, in de duinen van Noord-Holland, langs rivieren of aan bosranden. Bermen kunnen ook geschikt zijn", zegt ecoloog Arjen Biere van het NIOO. Tuinen en bloemperken zijn geen (half-)natuurlijke leefomgeving en dus niet interessant. Vooral terreinbeheerders, plantenexperts en andere natuurliefhebbers kunnen een belangrijke rol spelen bij het waarnemen. Zo kunnen we samen inschatten welke invloed veranderingen in het landschap hebben op de biodiversiteit.
Alle informatie over het sleutelbloemenonderzoek
- Cowslip.science (kies rechtsboven voor NL als taal)
- Waarnemingen doorgeven kan via cowslip.science/observatie
- Instructiefilmpje kort (Nederlands), of uitgebreid (Engels)
- Nieuwe animatie over hoe de wetenschap rond sleutelbloemen werkt (in het Engels) ‘from start to finish’
Het sleutelbloemonderzoek vindt dit voorjaar plaats in vijfentwintig talen en nog meer landen: België, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Engeland, Estland, Finland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Noord-Macedonië, Noorwegen, Oekraïne, Oostenrijk, Polen, Portugal, Rusland, Servië, Slovenië, Slowakije, Tsjechië, Zweden en Zwitserland.
Tekst: NIOO-KNAW, FLORON & Universiteit van Tartu (Estland)
Foto's: Perro de Jong, NIOO-KNAW
Kaart: Verspreidingsatlas.nl