Burgers zijn natuurbehoud belangrijker gaan vinden
Wageningen Environmental Research, WOT Natuur & MilieuIn 2021 heeft Wageningen University & Research voor de zesde keer in vijfentwintig jaar een enquête gehouden over maatschappelijk draagvlak voor natuur onder een representatieve groep inwoners van Nederland. Hieruit blijkt hoe de Nederlandse bevolking tegenover natuur, natuurbehoud en natuurbeleid staat en hoe betrokken burgers bij natuur zijn. De trends die daaruit afgeleid worden bieden waardevolle informatie voor het beleid, dat ernaar streeft de betrokkenheid van de samenleving bij natuur te versterken.
Belang van natuurbehoud neemt toe
Het publiek vindt het behoud van natuur belangrijk. Een meerderheid van de burgers vindt dat de aandacht voor natuur niet overdreven is en dat we ons terecht zorgen maken over de toekomst van de natuur. Bijna de helft van de bevolking vindt ook dat de overheid te weinig geld uitgeeft aan natuurbehoud. Een kwart van de Nederlanders vindt dat de natuur geen belemmering mag zijn voor economische vooruitgang. Het draagvlak voor alle vier deze punten neemt sinds 2006 toe.
Waardering van de hoeveelheid natuur sinds 2013 afgenomen
Sinds 2013 daalt de waardering van de hoeveelheid natuur. Waar in 2013 nog twee derde van de respondenten de hoeveelheid natuur in Nederland als (ruim) voldoende beoordeelde, is dit in 2021 gezakt tot 55 procent. Ook wat betreft de hoeveelheid groen in de woonomgeving is sprake van een dalende trend in waardering sinds 2013. Twee derde vindt dit (ruim) voldoende, al is men in stedelijke gebieden minder positief.
Bezoek aan natuurgebieden is toegenomen
Door de jaren heen is een patroon zichtbaar dat ongeveer de helft van de Nederlanders regelmatig (maandelijks) tot (zeer) vaak (wekelijks of dagelijks) in de natuur komt. Omgekeerd komt een bijna even groot deel (bijna) nooit tot hooguit een enkele keer in de natuur. In 2021 worden natuurgebieden, in vergelijking met stadsgroen en platteland, het meest bezocht. Het bezoek aan natuurgebieden is ten opzichte van de vorige draagvlakenquête (2017) toegenomen en was niet eerder zo hoog. COVID zou hierop van invloed kunnen zijn, ook al is dit niet specifiek onderzocht. Natuurgebieden worden vaker bezocht door mensen die in minder stedelijke gebieden wonen. Stedelingen, mensen zonder tuin en jongeren bezoeken vaker stadsgroen.
Groot draagvlak voor natuurbeleid
Er is veel draagvlak voor verschillende beleidsmaatregelen om natuur te beschermen en te verbeteren. Het beschermen van bestaande natuurgebieden, het beheren en onderhouden van natuurgebieden en het beschermen van zeldzame planten en dieren vindt 86 procent of meer van de Nederlanders (zeer) belangrijk. Maar ook maatregelen als bescherming van natuur op het platteland, meer natuureducatie op scholen en het betrekken van bedrijven en burgers bij natuur kan op grote steun van de bevolking rekenen. Vergeleken met 2017 is het draagvlak voor maatregelen die betrekking hebben op beschermen afgenomen, terwijl de steun voor meer natuur in de stad, meer natuur op het platteland en meer paden, bankjes et cetera is toegenomen.
Verantwoordelijkheid voor natuur vooral bij de overheid
Slechts één op de vier burgers benoemt de natuur als prioriteit voor het overheidsbeleid. Dit percentage is in vergelijking met 2017 overigens wel licht toegenomen. Een meerderheid van de burgers vindt dat de overheid hoofdverantwoordelijk is voor natuur, zowel in natuurgebieden als op het platteland en in de stad. De burger ziet zichzelf als medeverantwoordelijk voor natuur, naast andere actoren zoals natuurorganisaties en (landbouw)bedrijven. In natuurgebieden vindt overigens een deel van de bevolking natuurorganisaties niet mede- maar hoofdverantwoordelijk. Dat geldt ook voor landbouwbedrijven in relatie tot het platteland.
Betrokkenheid bij natuur
De betrokkenheid van Nederlanders bij natuur uit zich vooral door natuur te bezoeken en zich te informeren. Als beschermer van natuur zijn burgers vooral betrokken door laagdrempelige activiteiten te ondernemen, zoals het ophangen van nestkastjes en afval van anderen opruimen. De deelname aan deze activiteiten is toegenomen ten opzichte van 2017. Het publiek is veel minder actief bij het onderhoud van natuur en landschap, natuureducatie, natuurinventarisaties en burgerinitiatieven voor natuur. Ook de betrokkenheid bij besluitvorming over natuur uit zich in laagdrempelige activiteiten, zoals een handtekening zetten voor de natuur of bij het stemmen het onderwerp natuur mee laten wegen. Bij beide activiteiten is sprake van een toename ten opzichte van 2017.
Meer informatie
Tekst: WOT Natuur & Milieu
Foto's: Tineke de Boer; WUR