Voedselbosranden bieden voedsel aan mens en dier
Atlas Natuurlijk KapitaalMadelon was vijftig, woonde in Amsterdam en maakte de balans op. Al meer dan 25 jaar had ze een postzegeltuin met tientallen eetbare vaste planten in de binnenstad. Zou dat genoeg zijn voor haar afstudeeropdracht van de opleiding permacultuur? Permacultuur is een samentrekking van de woorden permanent en agricultuur: landbouw met vaste planten. De opdracht was om een landgoed te ontwerpen, maar dat leek geen haalbare kaart. Ze tekende en beschreef haar eigen tuin en dat was het begin van haar eerste boek: ‘Een kleine eetbare tuin met vaste planten’.
Binnenkort, tien jaar later, brengt KNNV Uitgeverij haar derde boek ‘Voedselbosrand’ uit. Madelon bezocht en tekende tientallen voedselbosranden en kan er aanstekelijk over vertellen. Dat merken we als we haar ontmoeten in een café aan de rand van Amsterdam.
Hoe het begon: pionieren in Ketelbroek
“Wouter van Eck is één van de Nederlandse pioniers”, vertelt Madelon. Van Eck begon Voedselbos Ketelbroek in 2009 op een kale maisakker nabij Groesbeek. Hij gaf cursussen en rondleidingen en maakte het begrip ‘voedselbos’ zo bekend. In 2016 richtte hij met nog vier anderen de Stichting Voedselbosbouw Nederland (VBNL) op. Volgens deze stichting is een voedselbos 'een vitaal ecosysteem dat door mensen is ontworpen naar het voorbeeld van een natuurlijk bos met het doel voedsel te produceren'. En voedsel produceren, dat doet Ketelbroek! In een video van de Volkskrant geeft Wouter uitleg en schudt hij, samen met een chefkok, een mispelboom uit. De vele vruchten vallen met plofjes op de grond. Journalist Mac van Dinther schreef een boek en artikel over Ketelbroek.
Voedselbos Schellinkwoud
Madelon Oostwoud (what’s in a name…) heeft inmiddels een voedselbos in Noord-Holland: Schellinkwoud. Op een verwilderd en verwaarloosd perceel van iets meer dan één hectare plantte ze daar een enorme hoeveelheid eetbare planten, kruiden, noten- en fruitbomen. Op de website van het voedselbos staat: “Als je aan de dijk parkeert en naar beneden loopt, richting het hek, verandert alles. De wind gaat liggen, het licht wordt nog mooier, de temperatuur wordt aangenamer, de zon gaat schijnen. Geuren en kleuren stromen je tegemoet.” Hoewel Madelon ons – medewerkers van Atlas Natuurlijk Kapitaal - het bos graag zou laten zien, hebben we afgesproken in Amsterdam. Daar werkt ze met een vriendin in een tuin met eetbare planten. Daarover later meer.
Nieuw boek Voedselbosrand
We vragen Madelon waarom ze een boek schreef met de titel ‘Voedselbosrand’. Wat is dat eigenlijk? Madelon wijst ons op de achterzijde van het boek. “Voedselbosranden zijn randen en rijen met oogstgevende planten en bomen, met een divers aanbod aan voedsel voor mens en dier. Denk aan perceelafscheidingen van boerenland tussen akkers en weilanden en hagen van grotere tuinen.” Madelon licht toe: “Aan de rand valt meer licht dan dieper in het bos. Neem braamstruiken. Ze gedijen aan de rand van het bos, niet zozeer ín het bos. Het kan ook praktisch zijn om met een oogstgevende ‘rand’ te beginnen. Als die ‘aanslaat’, kun je het concept herhalen. Eén zo’n rand, bijvoorbeeld tussen weilanden, maakt al zoveel verschil voor planten en dieren!” Het boek bevat ook een lijst met 250 eetbare planten.
Van Perkouwse grond
Madelon beschrijft verschillende voedselbosranden in Nederland. Wie nam het initiatief, wat groeit er? Ze tekent er steeds een plattegrond bij met daarop de ligging, afmetingen en de namen van de eetbare planten. “Dan komt mijn achtergrond in tekenen en ontwerpen mij van pas”, lacht Madelon. Eén van de voorbeelden uit haar boek is ‘Van Perkouwse grond’ van Hanneke Koek. Deze kwekerij ligt in het Groene Hart van de Krimpenerwaard. In de buurt van het woonhuis groeien kruiden, artisjokken, aardbeien, frambozen en Oost-Indische kers. Dan begint de voedselbosrand met onder andere perzik, nashipeer, zwarte bessen, pruimen en wilde citroenen. Ook aan de vogels is gedacht. Zij kregen hun eigen haag in de zuidoostelijke punt van het perceel. (Tekst gaat verder onder afbeelding)
De haag van Remi
Eén van de andere voorbeelden in het nieuwe boek is de heg die Remi van Beekum in Eext aanplantte. Zijn vrouw en hij kochten in de zomer van 2018 een huis met 1600 vierkante meter grond. Daar leggen ze nu een ’eetbaar paradijs' aan. Toen het tijd was voor een nieuwe afscheiding, besloot Remi met de buren dat het een gemengde haag zou worden. De oude schutting was deels ingestort en het overgebleven deel zou dat waarschijnlijk ook gaan doen. De nieuwe haag moest niet alleen een afscheiding tussen de tuinen vormen, maar ook hommels en bijen, vlinders en vogels ondersteunen. In de haag staan nu meidoorn, sleedoorn, gele kornoelje, wilde kardinaalsmuts, erwtenstruik, wilde kamperfoelie, vlierbes, hazelaar, hondsroos en nog veel meer.
Van postzegel tot landgoed
De voorbeelden uit het boek ‘Voedselbosrand’ hebben uiteenlopende oppervlaktes, van enkele tientallen vierkante meters tot enkele hectares. Madelon vertelt daarover: “Grote bomen hebben ruimte nodig, zowel onder als boven de grond. Ze hebben een flinke maat perceel nodig. In een volwaardig voedselbos komen de bomen en het bodemleven met elkaar in evenwicht, wat op een klein perceel een stuk moeilijker is. Een rand met voedselgevende planten past op plekken waar een compleet bos niet haalbaar is. Met oogstgevende planten kan je zelfs in een kleine tuin aan de slag – kijk maar naar mijn eerste boek!”
Rijk bodemleven
Een belangrijk kenmerk van een succesvol voedselbos en dito bosrand is volgens Madelon een rijk bodemleven. “De bodem wordt niet bewerkt en er worden geen pesticiden of mest gebruikt. Het bodemleven zorgt voor de voedingsstoffen. Klavers binden bijvoorbeeld stikstof uit de lucht en voorzien de bodem zo van stikstof."
Madelon tekende de wortels van zo’n plant, met de kenmerkende stikstofknolletjes. “Een simpele meting van het bodemleven doe je door een schep in de grond te steken”, vertelt Madelon. “Als het goed is, en je goed kijkt, zal het op de schep krioelen van het bodemleven.” Interessant in dit opzicht is de kaart van regenwormen in de Atlas Natuurlijk Kapitaal. Check gelijk even hoe jouw omgeving scoort!
Dieren vieren feest
Madelon: “In voedselbossen en voedselbosranden komen natuurlijk vogels, vlinders, muizen, mollen en heel veel andere dieren voor. Ze foerageren, eten zaadjes, poepen en woelen de grond om. Een takkenril van doornige struiken trekt kleine vogels en egels aan. Ze houden vooral van hagen met doornige soorten zoals kruisbessen, meidoorn en sleedoorn. Ze voelen zich daarin veilig. Egels, amfibieën, insecten en vogels vinden in de winter beschutting én voedsel in en onder struiken, vooral als je het blad laat liggen." Meer tips vind je onderaan dit artikel.
Madelon wijst ons nog op het platform Voedsel uit het Bos, dat mensen uitnodigt om de biodiversiteit van hun eigen voedselbos te meten. Het platform bevat gegevens van al bijna tweehonderd voedselbossen. Madelon deed de metingen voor dit platform in Voedselbos Schellinkwoud. “Heel leuk om te doen en vooral heel nuttig. Meten is weten!"
De gesloten poort naar het paradijs
Aan het eind van het interview lopen we met Madelon naar een tuin aan de achterzijde van het Olympisch stadion. De tuin ligt tussen de rivier ‘de Schinkel’ en het spoor van de museumtram naar het Amsterdamse bos. “Ik stond al een jaar op de wachtlijst, toen ik een oudere dame ontmoette met wie ik deze tuin nu deel. Ik heb er niets uitgehaald, maar heel veel bijgezet. Alle planten die ik toevoeg zijn vast, eetbaar en dus bruikbaar in de keuken.”
Madelon zoekt in haar tas, jas, broekzakken. Maar nergens de sleutel van de tuin. Een beetje bedremmeld staan we voor het dichte hek. Tot mijn collega rucola ontwaart, tussen de rails. En de overhangende takken van een bessenstruik. Daar ook hondsdraf en nog rijpe bramen ook!
We moeten blijkbaar oog hebben voor de schatten onder onze voeten. Eetbare planten zijn overal. Zij houden zich niet aan grenzen die wij bedenken. Een mooie en wijze les!
Benieuwd naar Voedselbosrand?
Je kunt Voedselbosrand bestellen bij KNNV uitgeverij.
Tips om zelf aan de slag te gaan
- “Haal allereerst de tegels uit je tuin!” Lees ons artikel over tegelwippen.
- Observeer voordat je aanplant. Waar komt de wind vandaan? Waar blijft het water staan? Dat is van belang bij je keus voor beplanting.
- De moerbei of een bessenstruik zijn mooi en leuk en ze passen bijna overal.
- Waar paardenbloemen (uit de composietenfamilie) groeien, zullen ook kamille, aardpeer en goudsbloemen goed groeien.
- Snoei met mate of snoei ‘om en om’. Zo blijft er voor insecten en vogels genoeg te eten.
- Knabbelende hazen of konijnen of veegschade van reebokken? Bescherm jonge bomen met flexibel en voldoende hoog metalen gaas rondom de stam.
- Maak je eigen compost. Madelon: “Door composteren ontstaat mooie zwarte aarde uit het snij-afval uit de keuken. Dat materiaal is van onschatbare waarde voor je plantgoed." Zie ook het Atlas-artikel ‘Composteren kun je leren’.
Maak van daslook lekkere pesto met dit recept van Madelon Misschien heb je de eerste daslook van het jaar al gevonden. Daar kun je lekkere pesto van maken. De plant is gelukkig niet meer beschermd, ze is van de zogenaamde ‘Rode Lijst’ af. Geen daslook gevonden? Gebruik dan bijvoorbeeld brandnetel, hondsdraf of rucola. |
Meer lezen:
- Monitor je eigen voedselbos
- Bodem dooie boel? Schijn bedriegt
- Hoe word je paddenpoelprinses?
- Composteren kun je leren
- Tegelwippen: maak jouw stukje natuur in de stad
Tekst: Dieneke Schram-Bijkerk, Atlas Natuurlijk Kapitaal
Foto's: lenaleen.nl; archief Madelon Oostwoud; Rosita Stumpel; Arnold van Vliet; Liesbet Dirven; Bora Şekerci