Zeldzame parasitaire zeeprik plant zich mogelijk voort in de Niers in Limburg
Waardenburg EcologyDe zeeprik (Petromyzon marinus) is een bijzondere diersoort. Hij leeft in zee door zich als parasiet te voeden met lichaamssappen van onder andere zalmen, kabeljauwachtigen en zelfs dolfijnen. Hij verblijft daar gedurende twee tot vier jaar om daarna het zoete water op te trekken en zich voort te planten. De zeeprik paait van maart tot juni in snelstromende rivieren of beken. Na de voortplanting sterven de volwassen dieren, die dan een lengte hebben van circa negentig centimeter. De larven verblijven zo’n vijf tot zeven jaar in de bodem. Na deze periode ontwikkelen de larven zich tot juvenielen en migreren richting zee, waarmee de cyclus rond is.
Zeldzaam en onbekend
De zeeprik is zeldzaam in Nederland en wordt voornamelijk aangetroffen in de grote rivieren, meestal via (fuik)vangsten. Het gaat dan meestal om volwassen dieren tijdens de paaitrek in de rivierdelta. Ook bij onderzoek aan vispassages in de Rijn en de Maas komen we de zeeprik geregeld tegen, echter in relatief lage dichtheden. Begin juni 2021 bijvoorbeeld nam KBTS voor Rijkswaterstaat met videobeelden in de Maas bij stuw Lith ’s nachts 38 migrerende zeeprikken waar in de vispassage naast de stuw. Daarnaast zijn er verschillende waarnemingen van dieren die na de paai waren gestorven en op de rivieroevers aangespoeld. Larven of juveniele dieren worden slechts zeer sporadisch gevonden. In de Rijn zijn bijvoorbeeld maar waarnemingen van twee juvenielen en één larf bekend. Hoewel voortplanting in de Rijn nog nooit is aangetoond, bestaat wel het vermoeden dat er wordt gepaaid, door de vondst van clusters van dode, volwassen dieren. In het stroomgebied van de Maas is voortplanting van zeeprik tot nu toe alleen bekend uit de rivier de Roer (Limburg), waar al sinds circa vijftien jaar larven, juvenielen en optrekkende volwassen dieren worden aangetroffen. Over het voorkomen, de verspreiding en de voortplanting in Nederland is echter weinig bekend.
Unieke beelden van zeeprikken in een vispassage in de Maas bij stuw Lith (Bron: KBTS)
Juveniel
In 2008 en 2020 werd tijdens visonderzoek in de monding van de Niers (Limburg) een juveniele zeeprik aangetroffen. Omdat het stroomgebied van de Niers een populatie rivier- en beekprikken herbergt en de habitateisen voor voortplanting van de zeeprik deels vergelijkbaar zijn met die van rivier- en beekprikken, bestond het vermoeden dat de gevonden juvenielen afkomstig waren van zeeprikken die zich in de Niers hadden voortgeplant. Er waren echter geen andere waarnemingen van zeeprikken in de Niers.
Environmental DNA-onderzoek
Om een indicatie te krijgen van de aanwezigheid en mogelijke voortplanting van de zeeprik in de Niers, heeft Waterschap Limburg samen met Bureau Waardenburg in 2021 een environmental DNA (eDNA)-onderzoek uitgevoerd. Het laboratoriumwerk is uitgevoerd door Datura Moleculair Solutions. Met eDNA-onderzoek kan de aanwezigheid van een soort worden aangetoond op basis van DNA-fragmenten die in het water worden achtergelaten. Deze techniek is ideaal voor een moeilijk vindbare soort als de zeeprik. Tijdens het onderzoek zijn op drie momenten rondom de verwachte voortplantingstijd van de zeeprik op vier locaties in de Niers eDNA-monsters genomen. De voortplantingstijd (medio juni) is ingeschat op basis van historische en recente waarnemingen van optrekkende volwassen dieren in het stroomgebied van de Maas. De eDNA-monsters in de Niers zijn genomen vóór (25 mei 2021), tijdens (14 juni 2021) en ná (29 juni 2021) deze periode. En met succes: bij alle bemonsteringsrondes is DNA van de zeeprik aangetroffen.
In de periode ‘tijdens’ en ‘na’ het paaiseizoen is het DNA alleen aangetroffen in de monding van de Niers (locatie 4), ter hoogte van de waarnemingen van de twee juvenielen uit 2008 en 2020. In de periode ‘vóór’ het paaiseizoen is DNA aangetroffen op locatie 1 en 3. Locatie 1 ligt op de grens met Duitsland. De hoeveelheid DNA in de monsters met een positieve detectie was laag. Wanneer dit DNA afkomstig is van paaiende zeeprikken, is dit een indicatie dat er in 2021 in de onderzoeksperiode geen grote aantallen paaiende adulten in de Niers aanwezig zijn geweest. Het aantal paaiende adulten kan echter van jaar tot jaar verschillen. Op basis van de huidige resultaten is niet vast te stellen of het DNA afkomstig was van paaiende adulten en/of in de Niers aanwezige larven. Omdat het DNA op drie verschillende data en op meerdere locaties binnen het stroomgebied van de Niers is aangetroffen, is het zeer aannemelijk dat de zeeprik daadwerkelijk in de Niers voorkomt en dat de in het verleden aangetroffen juvenielen afkomstig zijn van voortplanting van de zeeprik in de Niers. Het betreft daarmee, naast beek- en rivierprik, de derde parasitaire soort in het stroomgebied.
Bescherming moeilijk
De eDNA-methodiek heeft een waardevolle bijdrage geleverd aan de vergroting van kennis van het voorkomen en de verspreiding van zeeprik in Nederland. De zeeprik is een belangrijke soort voor het natuurbeleid. Binnen de Kaderrichtlijn Water geldt de zeeprik als kenmerkende soort voor tal van natuurlijke watertypen. De zeeprik is tevens een Habitatrichtlijnsoort (Bijlage 2) en is opgenomen als doelsoort voor tien Natura 2000-gebieden in Nederland. Dat er nog weinig bekend is over de voortplanting in Nederland, maakt bescherming moeilijk. Een groter onderzoek naar mogelijkheden voor een effectief herstel van de zeeprikpopulatie(s) in Nederland is dan ook een must als we verder willen komen met systeemherstel voor deze iconische gidssoort.
Tekst: Nils van Kessel, Bureau Waardenburg; Erik Binnendijk, Waterschap Limburg; Martin Kroes, KBTS
Foto’s: Fernando Losada Rodríguez, CC BY-SA 4.0 (leadfoto: zeeprikken); Nils van Kessel; Bureau Waardenburg
Kaart: Bureau Waardenburg
Film: KBTS