Raventamtam op de Veluwe
ARK Rewilding NederlandEn alsof dat nog niet genoeg is geven twee gezenderde raven ons inzicht in de raventamtam op de Veluwe.
Tijdens een wandeling op zondag 24 oktober arriveert Sjaak rond het middaguur met zijn vrouw en kinderen bij een wildkijkscherm van Staatsbosbeheer op de Veluwe. Tot zijn verrassing is een wolf van een gedood edelhert aan het eten, vergezeld door een tiental raven. Met zijn net aangeschafte telelens maakt hij een serie foto’s van het bijzondere tafereel. Na het dier minutenlang te hebben kunnen observeren loopt de wolf weer rustig weg.
Raven en wolf bij kadaver van edelhert op de Veluwe (Bron: Sjaak van Doorn)
De beelden laten heel fraai zien hoe de raven de wolf accepteren en omgekeerd. Iets wat kennelijk als vertrouwd aanvoelt voor de Veluwse raven. Raven worden ook wel eens wolvenvogels genoemd. Uit onderzoek in het buitenland is bekend dat raven vaak wolven volgen, om van de overgebleven resten van een door wolven gedode prooi te kunnen eten. Ze maken daarbij gebruik van wolven om kadavers te openen, omdat ze zelf niet de huid van een dood dier kunnen doorboren. Er zijn zelfs verhalen bekend waarin raven de wolven roepen wanneer zij een gemakkelijke, zwakke prooi lokaliseren.
Raventamtam
Wat opvalt is dat raven de prooiresten bij het wildkijkscherm snel hebben weten te vinden en dit moeten hebben doorgegeven aan soortgenoten. Dit is bekend omdat in april dit jaar zes raven voorzien zijn van een GPS-zender. Het gaat om zenderonderzoek om meer inzicht te verkrijgen in het terreingebruik van jonge raven en de rol die wolven als aasleverancier voor aaseters en de kringloop van voedingsstoffen op de Veluwe spelen.
Uit de zendergegevens blijkt dat twee van de gezenderde raven de volgende ochtend naar het edelhertenkadaver zijn meegenomen door soortgenoten die daar zondag 24 oktober zijn geweest. Ze waren meegenomen vanuit maar liefst twee verschillende slaapplaatsen. De eerste gezenderde raaf vertrekt maandagochtend vroeg van een grote roestplaats waar tot wel honderd raven overnachten en arriveert zes kilometer verderop om 7:16 uur op de wildobservatieplek. Hij verblijft daar even, maar is om 7:59 uur alweer vertrokken. Raaf nummer twee vertrekt van een noordelijker gelegen slaapplaats, vliegt bijna twaalf kilometer en arriveert om 7:07 uur. Rond 7:41 uur vliegt die gezenderde raaf eveneens verder. Ook dit dier verblijft niet lang op locatie.
Opmerkelijk is dat beide raven niet eerder bij deze wildobservatiepost zijn geweest en, sterker nog, niet eerder dit deel van de Veluwe hebben verkend. Naar alle waarschijnlijkheid is hier de werking van onderlinge informatie-uitwisseling of ‘raventamtam’ te zien, waarvoor de slaapplaatsen van raven een belangrijke rol vervullen.
Tafeltje-dek-je
De beelden laten verder zien dat een wolvenprooi bezocht kan worden door een flink aantal raven. Het voordeel van zo’n prooi is niet alleen dat het karkas toegankelijk is gemaakt, maar dat het ook eerder ‘vertrouwd’ aanvoelt. Hierdoor wordt niet afgewacht, maar starten raven sneller met eten.
Elke raaf kan tot wel twee kilo aan voedsel per dag verstoppen, ‘caching’ genaamd. Zo’n cache bestaat uit circa 150 gram aan weefsel, stukken orgaan en/of botten en kan door de raaf op een later moment benut worden, maar ook ontdekt worden door bijvoorbeeld aaskevers die dat heel goed weten te vinden. Een wolf eet dus niet alles op en vervult daarmee de belangrijke rol van aasleverancier waar verschillende aaseters van profiteren.
Natuurlijk genieten
Het tafereel waar Sjaak van Doorn bij uitkwam zou je misschien niet zo snel verwachten op Nederlandse bodem, maar is toch heus op de Veluwe waargenomen. De waarneming staat dan ook niet op zichzelf, want wolven worden (steeds) vaker bij wildkijkschermen in de Veluwse natuur waargenomen. De wolf is terug en daarmee verrijkt deze aasleverancier niet alleen onze natuur, maar ook onze natuurbeleving. Wildobservatieplekken zijn ideale plekken om deze en andere wilde dieren ongestoord te zien.
Tekst: Bart Beekers, ARK Natuurontwikkeling
Foto's en film: Sjaak van Doorn
Tekening: Jeroen Helmer, ARK Natuurontwikkeling