Egel

Winterdekbed voor de egel

Provincie Overijssel
24-NOV-2021 - Het wordt kouder buiten, en de dagen worden korter. Voor egels is dat het teken dat ze in winterslaap moeten. Bij lage temperaturen kunnen ze zichzelf niet goed warm houden, en is hun gebruikelijke menu van onder andere insecten onvoldoende beschikbaar. Tijd om op de spaarstand te gaan dus. Jij kunt deze nuttige diertjes in je tuin helpen om te overleven.

Laat bladeren liggen

Het winterdekbed van een egel ziet er eigenlijk heel simpel uit: blad, droog gras, mos en afgestorven plantendelen van bijvoorbeeld varens. Die slepen ze in een beschutte hoek van de tuin bijvoorbeeld onder haardhout of in een compostbak, of tegen een schutting of heg. Als de bult zo’n vijftig centimeter hoog is, maken ze er een ingang in en nestelen ze zich op een bladerdek van tien centimeter. Daar hoeven we ons dus als mens helemaal niet mee te bemoeien. Sterker nog: liever niet. Gewoon de bladeren in je tuin lekker laten liggen of naar een rustig hoekje harken en zeker niet over een paar weken in bladhopen beginnen te harken, of bladblazen. Veel beter ook voor tal van nuttige insecten, schimmels en bacteriën die je helpen om je tuin gezond te houden. Het plaatsen van een egelhuis biedt de dieren ook onderdak. Zet zo’n huis onder een stapel bladeren.

Spek op de botten

Eenmaal in slaap daalt de lichaamstemperatuur van egels van 36 graden naar zo’n 5 graden, zakt de hartslag naar nog maar negen slagen per minuut en ademen ze nog maar drie keer per minuut. Heel efficiënt, want zo verbruikt hun lijfje maar een klein beetje energie. Als ze in het voorjaar wakker worden, hebben ze niet veel spek meer op de botten. Waar ze zich lekker rond eten voor de winterslaap, zijn ze na dat megadutje van een paar maanden wel een kwart van hun lichaamsgewicht kwijt. Meteen weer eten dus, en ook dat is voor hen gemakkelijker te vinden in een niet al te aangeharkte tuin: een egel lust rupsen, kevers, larven, oorwurmen, pissebedden en slakken. Hartstikke nuttig in je tuin dus.

Een egel leeft alleen. Zie je er meerdere in je tuin scharrelen, dan is het meestal een moeder met jongen. In steden zijn de territoria kleiner, daar kan je in een tuin wel meerdere volwassen dieren tegenkomen. Het vrouwtje blijft dichtbij huis, het mannetje trekt er flink op uit, soms wel tot drie kilometer per nacht. Daar gaat het dan vaak mis, want oprollen en je stekels opzetten is een prima afweer tegen roofvogels en andere belagers, maar helpt in het verkeer natuurlijk niks.

Veel tuinen zijn tegenwoordig helemaal afgezet met schuttingen, zonder openingen. Als je een gat in de onderste plank maakt (15 bij 15 centimeter) kunnen ze gemakkelijk van tuin naar tuin bewegen.

Gezellige geluiden

Egels zijn niet alleen nuttig in je tuin, maar ook nog eens hartstikke gezellig. Ze maken allerlei geluiden, van snuiven bij het eten, knorren bij gevaar, fluiten bij het paren tot piepen, sissen en tsjirpen. Je gaat het natuurlijk niet natellen, maar elke egel is voorzien van 5000 tot 8000 stekels. Die hebben ze bij de geboorte nog niet (gelukkig maar voor moeders), dan zitten ze nog onder een huidje. Een paar uur na de bevalling komen ze al door, dan zijn ze nog wit. Bij de paring legt het vrouwtje haar stekels even plat, dat is wel zo vriendelijk.

Omdat egels vooral ’s nachts actief zijn, zien ze niet veel. Maar ze horen en ruiken des te beter: een worm die een paar centimeter onder de grond voorbij komt, is erbij. Vroeger gaven mensen egels vaak een schoteltje melk, maar dat is geen goed idee, want ze krijgen er diarree van. Pindakaas vinden ze heerlijk, maar bevat te veel zout, vet en suiker. Geef liever wat droge kattenbrokjes en een schaaltje water, dat is alles wat ze nodig hebben. Jonge dieren scharrelen in november (als pa en ma al slapen) vaak nog rond om een extra speklaagje op te bouwen. Voer dus door tot in december, zodat de nieuwe generatie weldoorvoed de winter in kan.

Maar het allermooiste wat je een egel kunt geven is een tuin met rommelhoekjes om in rond te scharrelen en eten te zoeken, en rust in de wintermaanden. Best een relaxed tuinkameraadje, toch?

Tekst: provincie Overijssel
Foto: Piotr Laskawski, via Unsplash