Zowel rups als vlinder van agaatvlinder nog te vinden
De VlinderstichtingEr zijn niet veel vlindersoorten meer actief in de winter. De meeste zijn in overwintering als ei, rups, pop of vlinder en gaan daarbij echt in winterrust. De agaatvlinder is nu nog steeds als vlinder te zien, gedurende de hele winter kun je hem tegenkomen. Tegelijkertijd zijn ook de rupsen er, en ook deze kunnen de hele winter actief zijn als het maar niet al te koud is. De rupsen hebben allerlei kruidachtige planten en struiken als waardplant en eten onder andere van zuurbes, brandnetel, hop, spoorbloem en zuring, maar ook van bomen als berk en eik. Kortom, de rupsen zijn weinig kritisch. Ze eten ook ’s nachts door als het niet al te koud is en verpoppen zich uiteindelijk in een cocon in de grond, maar ook wel op andere plekken zoals een voeg in een muur. Ook als pop kan de agaatvlinder overwinteren.
De rupsen zijn nu een centimeter of twee groot en zijn groen met een lichte lengtestreep over de zijkant. Ze hebben grijzige, soms zwarte schuine streepjes op de zijkant, die soms zo licht zijn dat ze nauwelijks opvallen. Als je een rups van dichtbij bekijkt, zie je wel wat haren, maar toch oogt hij kaal. Er zijn ook bruine vormen van de rups bekend, maar die zijn in de minderheid. Het is een zeer algemeen voorkomende soort die verspreid over het hele land voorkomt in bossen, heiden, duinen en ook veel in tuinen. Zelfs nu en ook de komende maanden is de vlinder te zien, maar nu gaat het maar om enkele vlinders. In april en mei vliegt de eerste ‘echte’ generatie, gevolgd door een veel grotere zomergeneratie die in september haar piek heeft. Als je in september stroopt of met licht en laken nachtvlinders gaat bestuderen is agaatvlinder een vaste gast. Maar ook in november en december kun je hem dus tegenkomen.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Kaartje: NDFF