Natuurjournaal 11 november 2021

Op oude bruine knoppen van rododendrons kan je de hele herfst en winter een heel kleine schimmel ontdekken: de azaleaknopvreter. Rododendron betekent rozenboom (Grieks: rhodon = roos en dendron = boom). De naam is verwarrend, want de rododendron heeft niets met rozen te maken. Wellicht heeft de naamgever bij het zien van de bloemen aan rozen gedacht? De azalea’s behoren tot de rododendrons, waardoor je in een rododendron dus de azaleaknopvreter aan kan treffen. What’s in a name! Deze schimmel is uiterst klein, maar in veel rodo’s wel te vinden als je zoekt naar bruine knoppen. Een loepje is aan te bevelen.

Een veelvoorkomende paddenstoel in deze tijd is de ‘gewone zwavelkop’. De hoed is in een vers stadium zwavelgeel met een bijna oranje centrum en de plaatjes zijn vuil grijsgroen. Vooral dit laatste kan doorslaggevend zijn bij de determinatie ervan. Als ze ouder worden, vervallen ze tot een vieze bruine smurrie en worden ze totaal onherkenbaar. Deze zwavelkopjes groeien altijd in dichte groepen op oude boomstronken. Ze behoren samen met vele andere paddenstoelen tot de opruimers van oud hout in het bos. Nu in de herfst passen ze helemaal tussen de andere herfstkleuren.

Tekst en foto's: Mike Hirschler, IVN