De wisent als eco-ingenieur: Nederlands succes inspireert de introductie van wisenten in Groot-Brittannië
PWNBijna drie weken lang konden de Britse rangers Thomas Gibbs en Donovan Wright zien en ervaren hoe wisentenpopulaties in Nederland worden gemonitord en beheerd. Het moederproject op het Kraansvlak in Zuid-Kennemerland van drinkwaterbedrijf en natuurbeheerder PWN diende daarbij als startpunt. Hier leeft een kudde, van inmiddels veertien dieren, die in 2007 werd geïntroduceerd als een onderzoeksproject van PWN en ARK Natuurontwikkeling in samenwerking met een drietal andere natuurbeheerders. Destijds was het een gewaagd experiment want de wisent, die toen al zo’n honderd jaar in het wild was uitgestorven, leek van oorsprong vooral voor te komen in dichte bossen. Maar het dier bleek zich wonderwel thuis te voelen in de duinen en helpt daar nu het landschap open en dynamisch te houden. Daarnaast levert het project belangrijke informatie op over onder meer de voedselstrategie van de wisent, en het effect van de soort op het duinlandschap en de flora en fauna in het gebied.
Wilder Europa
Samen met een aantal boswachters en een projectleider van PWN, liepen de twee Britse rangers mee met de dagelijkse monitoring en het beheer van de wisenten. Gevraagd naar hun ervaringen zijn Thomas en Donovan unaniem enthousiast. Thomas: “Onze kennis over wisenten kwam tot nu toe uit de tweede hand, zoals video’s en wetenschappelijk onderzoek. Het is dan moeilijk om echt greep te krijgen op zo’n project. Dat verandert totaal als je met collega’s het veld intrekt en de dieren in het wild meemaakt.” Donovan vult aan: “Elke site die we hier gezien hebben was uniek. Maar wat ze allemaal met elkaar verbond, was de passie, ervaring en kennis van alle betrokkenen. Dat maakte deze reis zo geweldig, dat we deze contacten kunnen leggen over grenzen heen en aan een gemeenschappelijk doel en visie kunnen werken.” Over de vraag wat die gemeenschappelijke visie is hoeft geen van beiden lang na te denken: “Een wilder Europa.”
Eco-ingenieur
De inzet van grote grazers als Schotse hooglanders, konikpaarden en wisenten in natuurbeheer is inmiddels goed ingeburgerd in Nederland. Door overvloedige stikstofdepositie dreigt veel natuur hier overwoekerd te raken door grassen en struiken. Oorspronkelijke, en vaak kwetsbare, vegetatie raakt dan verstikt, wat een keten van ecologische neergang inzet. Grote grazers leveren een belangrijke bijdrage aan het openhouden van het landschap en daarmee aan het behoud van het ecologisch evenwicht. Te midden van al deze ‘natuurwerkers’ vervult de wisent een onderscheidende rol door zijn bijzondere graasgedrag en toiletgewoonten. Wisenten eten gras, maar liever nog schillen ze de bast van struiken en bomen en snoepen ze van bladeren en jonge uitlopers. Daarnaast nemen ze graag zandbaden, waarmee ze de bodem openhouden en zo pionierssoorten een kans geven.
Maar het is vooral hun graasgedrag dat de dieren nu naar Groot-Brittannië brengt. Daar zullen ze worden ingezet in een natuurgebied in het graafschap Kent. Het gebied is van nature begroeid met oud loofbos waar in de vorige eeuw naaldbomen tussen zijn aangeplant. Het gevolg is een zo dicht bladerdak dat er nog maar nauwelijks licht doordringt tot de bodem. In plaats van de overvloedige begroeiing te lijf te gaan met zware en schadelijke machines, zullen de wisenten het bos op een natuurlijke manier gaan uitdunnen. Thomas: “We willen proberen het licht, de turbobrandstof voor biodiversiteit, weer binnen te laten door niet inheemse soorten te breken. De wisent kan daar een cruciale rol in spelen, als een soort eco-ingenieur die natuurlijke processen herstelt. We hopen bijvoorbeeld op de terugkeer van de bosparelmoervlinder. Dat is een iconische, maar zeldzame soort die nog maar op een paar plekken in het Verenigd Koninkrijk voorkomt. De waardplant van deze vlinder is hengel (bremraapfamilie red.), een plantje dat in lichte loofbossen groeit en zaad verspreidt met de hulp van mieren.”
Blauwdruk
De kudde in Kent begint klein, met vier dieren, en krijgt aanvankelijk een leefgebied van 210 hectare. Omdat het project zich nog in een experimentele fase bevindt, zal het gebied waar de wisenten lopen beperkt toegankelijk zijn voor publiek. Thomas: “We hopen dat we het contact tussen de wisenten en het publiek langzaamaan op kunnen bouwen door educatie, voorlichting en excursies. Want als we in de toekomst meer van deze dieren in het landschap gaan krijgen, wil je ze niet permanent insluiten; ze moeten kunnen zwerven.” Donovan: "Dat gaat met kleine stapjes, zowel de mens als de wisent heeft tijd nodig om aan de ander te wennen. Er is opwinding bij het publiek, en zoals met alles wat nieuw is, misschien ook een beetje angst. Maar mensen zijn over het algemeen positief, ze willen het beste voor onze bossen.”
Thomas: “In veel opzichten is dit project ook een blauwdruk. Alle obstakels die nu geslecht worden - of het nu gaat om regelgeving, publieke opinie of bureaucratie - maken de weg vrij voor toekomstige projecten.” Donovan: “Het zal zijn als het laten vallen van de spreekwoordelijke steen in de vijver. Dit project kan uiteindelijk het voorbeeld zijn voor het hele Verenigd Koninkrijk, net zoals het Kraansvlak dat was voor Nederland.”
Tekst: PWN
Foto's: Donovan Wright