Natuurjournaal 26 juni 2021

Eind juni, begin juli, is een goede tijd om parelmoervlinders te zien. De bosparelmoervlinder en duinparelmoervlinder vliegen nu bijvoorbeeld. Beide soorten zijn kleurrijk, net als alle parelmoervlinders, maar wel zeldzaam. Ze zijn het best uit elkaar te houden door hun leefgebied. De bosparelmoervlinder komt alleen nog op een klein gedeelte op de Veluwe voor, de duinparelmoervlinder in de Noord-Hollandse duinen en op de wadden. Zo makkelijk is het herkennen helaas niet. Er komen meer soorten parelmoervlinders voor in Nederland, en die vliegen nu ook. De kleine parelmoervlinder is een typische duinsoort, maar komt steeds vaker in het binnenland voor. De grote parelmoervlinder maakt het nog moeilijker: deze soort komt voor op de Veluwe en in de duinen, net als bosparelmoervlinder en duinparelmoervlinder. Om alle soorten uit elkaar te houden, kan je het beste een determinatietabel gebruiken.

Meerkoetkuikens zijn schattige, zwarte bolletjes met een rood hoofdje. De afgelopen tijd hebben we deze kuikens zien opgroeien tot volwassen meerkoeten. Het rode hoofd werd grijs, en daarna verscheen de kenmerkende witte snavel. De zwarte donsveertjes veranderden in een glad, zwart verendek. En nu, zo’n vijftig dagen na het uitkomen van de eieren, zijn de meerkoetjongen niet meer van de ouders te onderscheiden. Het wordt snel tijd dat ze hun ouders echt verlaten en hun eigen territorium gaan zoeken.

Tekst: Marjolein Mooij, NatureToday.nl
Foto’s: Rik Kruit, Saxifraga (leadfoto: bosparelmoervlinder); Ab H. Baas, Saxifraga