Vuursalamander

De salamanderschimmel: doorgronden en voorspellen

Naturalis Biodiversity Center, Stichting RAVON, Universiteit Gent
3-JUN-2021 - Tien jaar geleden balanceerde de vuursalamander ineens op het randje van uitsterven in Nederland. Een ziekteverwekkende schimmel bleek de aanstichter. Een internationaal Europees onderzoeksteam richtte zich op de vraag hoe deze schimmel zich zo snel heeft kunnen verspreiden.

Zowel binnen Nederland als in omringende landen zorgt deze schimmel voor sterfte binnen salamanderpopulaties. Om onderzoek en mitigerende maatregelen te ondersteunen, is het daarom belangrijk te kunnen voorspellen waar toekomstige uitbraken plaats zouden kunnen vinden. Maar waar te beginnen als er weinig bekend is over de ecologie van zo’n recent ontdekte ziekteverwekker?

De vuursalamander als voorbode

Het voorkomen van de vuursalamander is in Nederland beperkt tot enkele bossen in Zuid-Limburg. Ruim tien jaar geleden namen deze dieren plotseling dramatisch in aantallen af – lokaal stierf meer dan negentig procent van de aanwezige salamanders. Onderzoek naar de oorzaak leidde tot de ontdekking van Batrachochytrium salamandrivorans (Bsal), een ziekteverwekkende schimmel afkomstig uit Azië. Bsal is een nauwe verwant van een reeds bekende schimmel, Batrachochytrium dendrobatidis, die de afgelopen decennia voor grootschalige achteruitgang en uitsterven van vele kikkersoorten heeft gezorgd, met name in Centraal-Amerika en Australië.

De vrees is dat Bsal een vergelijkbare plaag kan veroorzaken, zeker als de schimmel zich weet te verspreiden naar gebieden waar veel verschillende salamandersoorten voorkomen, zoals in Zuid-Europa en Noord-Amerika. Buiten Nederland is Bsal inmiddels al aangetroffen in België, Duitsland en Spanje. Ook hier zorgt deze schimmel voor sterfte onder salamanders.

Een jonge vuursalamander, overleden door infectie met de salamanderschimmel Batrachochytrium salamandrivorans (Bsal)

Bsal laat zijn sporen na

Bsal is een chytrideschimmel, die zich verspreid door direct contact tussen salamanders of via hun natuurlijke leefomgeving. De sporen van Bsal kunnen zich namelijk via een staartvormig aanhangsel verplaatsen door ondiepe waterpartijen of vochtige bosbodems. Dit maakt de schimmel zeer moeilijk te verwijderen na vestiging in een ecosysteem. Maar, deze vrije levensfase maakt Bsal ook afhankelijk van bepaalde omgevingsomstandigheden. Als je deze omstandigheden weet te karakteriseren, kun je letterlijk in kaart brengen waar er risico voor uitbraken bestaat. Deze voorspellingen kunnen gebruikt worden om vervolgonderzoek aan te sturen, of lokale natuurbeleidsmaatregelen te treffen. Ook kan deze kennis gebruikt worden om risico van ziekte-uitbraken in andere gebieden of landen te bepalen.

Een Europese samenwerking

De verspreiding van Bsal is de afgelopen jaren in kaart gebracht door een internationaal consortium van universiteiten en ngo’s, gesteund door de Europese Commissie. Dit resulteerde in een omvangrijke dataset van salamanderpopulaties, waar Bsal aan- of afwezig bleek te zijn tijdens de studieperiode. Deze dataset is door ons gebruikt om op landschapsniveau de omgeving te karakteriseren waarin Bsal-uitbraken voorkomen, en om voorspellingen te doen over waar in West-Europa – op basis van de geïdentificeerde omgevingsvoorkeur – toekomstige uitbraken plaats zouden kunnen vinden.

Een typische West-Europese vuursalamanderhabitat – uitermate geschikt voor de salamanderschimmel

De onderzoeksresultaten laten zien dat uitbraken voornamelijk voorkomen in gebieden met een relatief vochtig, koel, en stabiel klimaat en een homogeen landschap. Daarnaast komen uitbraken vaak voor in gebieden waar veel wandelpaden doorheen lopen, wat eerdere vermoedens van een link tussen menselijke activiteit en verspreiding van de schimmel ondersteunt.

Deze kansenkaart toont relatieve landschapsgeschiktheid voor de salamanderschimmel Bsal. Gebieden gekarakteriseerd door een hogere geschiktheid zijn warmer gekleurdDe voorspellingen van de onderzoekers suggereren dat bosgebieden in middelgebergtes, zoals de Eifel en Vogezen, ideale ‘stepping stones’ zijn voor verdere zuidwaartse verspreiding van Bsal. Toch bleken ook omstandigheden in het Nederlandse weidelandschap bijzonder geschikt. Daarom is meer onderzoek naar de invloed van Bsal op de typische inwoners, zoals de kleine watersalamander en kamsalamander, hard nodig.

Meer details vind je in de originele publicatie.

Omdat de focus van het onderzoek lag op omgevingsomstandigheden op landschapsniveau, is het nu hoog tijd voor onderzoek dat zich richt op de ecologie van Bsal op lokale schaal. Hoe beter we de schimmel begrijpen, hoe beter we deze kunnen bestrijden.

Hoe kan jij bijdragen?

Als je een dode salamander vindt, meld deze dan bij het meldpunt zieke en dode reptielen, amfibieën en vissen van RAVON. Zo krijgen we meer inzicht in de verspreiding en oorzaak van ziekte en sterfte. Wie met salamanders of andere amfibieën in het veld werkt, doet dit volgens een hygiëneprotocol. Verplaats deze dieren daarnaast nooit van de natuur naar je tuin of omgekeerd – dit is niet toegestaan en leidt tot verspreiding van ziektes.

Meer informatie

Tekst: Wouter Beukema, Naturalis Biodiversity Center; Jesse Erens, Wildlife Health Ghent, Universiteit Gent & Annemarieke Spitzen-van der Sluijs, RAVON
Foto’s: Wouter Beukema