Nog niet eerder zo’n late ontwikkeling eikenprocessierups
Kenniscentrum EikenprocessierupsSamen met Paul van Heijningen van Timmerman Groenvoorziening hebben we een uitgebreide inventarisatie gehouden om de ontwikkeling van de eikenprocessierupsen te kunnen beoordelen. Tijdens deze monitoring onder tientallen bomen in de kop van Overijssel en twee plaatsen in Drenthe, troffen we uitsluitend eikenprocessierupsen in het eerste en tweede larvestadium aan.
Op veel plekken waren de bomen net uitgelopen. Uit waarnemingen van bladontplooiing in het kader van De Natuurkalender van Wageningen University blijkt dat de eiken in de afgelopen twintig jaar niet eerder zo laat in blad kwamen. In de net uitgelopen bomen vonden we eikenprocessierupsen in het eerste larvestadium. Daar waar de bomen al iets langer waren uitgelopen troffen we uitsluitend eikenprocessierupsen in het tweede larvestadium aan. Ook kregen we meldingen uit Hengelo en Ede dat ook daar de eikenprocessierupsen in het eerste en tweede larvestadium verkeren. Vanuit het zuiden van het land zijn ook al de eerste rupsen in het derde larve stadium gezien.
Tijdens de inventarisatie bleek de ontwikkeling van rupsen van andere vlinders, zoals voorjaarsuilen, bladrollers, wintervlinders en plakkers ook ver achter te lopen op de normale ontwikkeling. De meeste verkeerden nog maar in het tweede larvestadium.
Overlastperiode ook laat
Deze bijzondere ontwikkeling heeft ook consequenties voor het moment van nestvorming. De langetermijnweersverwachting geeft aan dat het nog even koel blijft. Dat betekent dat de bladeren van de eiken traag blijven uitlopen en dat de ontwikkeling van de eikenprocessierupsen en andere rupsen achterblijft ten opzichte van de afgelopen jaren. Zover bekend zijn nog nooit zo laat in mei eikenprocessierupsen in het eerste larvestadium aangetroffen.
De gevolgen van de vertraagde ontwikkeling van de eikenprocessierupsen zijn op dit moment nog onzeker en niet direct te voorspellen. Verwacht wordt dat de periode van de meeste overlast naar juli verplaatst. Ook de hoogte van de piek van de plaagdruk is nog onduidelijk. Wellicht dat in deze periode bijvoorbeeld vogels relatief meer eikenprocessierupsen zullen opeten, bij gebrek aan andere rupsen, waardoor de plaagdruk wellicht beperkter blijft en daarmee dus ook de overlast voor de omgeving. Of dat echt zo is, moet worden afgewacht.
Tekst: Kenniscentrum Eikenprocessierups: Silvia Hellingman, Hellingman Onderzoek en Advies; Henry Kuppen, Terra Nostra; Arnold van Vliet & Hidde Hofhuis, Wageningen University; Henk Jans, Jans Consultancy Gezondheid en Milieu; Joop Spijker, Wageningen Environmental Research
Foto’s: Silvia Hellingman